Ontvangen 9 februari 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel O, onderdeel 1, onder a, wordt na «onderdeel b» ingevoegd «wordt «€ 4.500» vervangen door «€ 2.500» en».
II
In artikel I, onderdeel P, onderdeel 1, onder a, wordt na «onderdeel a» ingevoegd «wordt «€ 4.500» vervangen door «€ 2.500» en».
III
In artikel I, onderdeel Pa, wordt in het voorgestelde artikel 28a, eerste lid, onder a, «€ 4.500» vervangen door «€ 2.500».
IV
In artikel I, onderdeel Q, onderdeel 1, wordt de tweede vermelding van «€ 4.500» vervangen door «€ 2.500».
V
In artikel I, onderdeel R, wordt in het voorgestelde artikel 30, tweede lid, onder a, «€ 4.500» vervangen door «€ 2.500».
VI
In artikel I, onderdeel T, onderdeel 1, wordt de tweede vermelding van «€ 4.500» vervangen door «€ 2.500».
Volgens de Wfpp dienen in beginsel onder meer de namen van donateurs die minimaal 4.500 euro per jaar schenken openbaar te worden gemaakt. In internationaal vergelijkend opzicht is de grens van 4.500 euro relatief hoog. Veel EU-lidstaten hanteren een drempelbedrag dat substantieel lager is dan de drempel van 4.500 euro die Nederland kent. Alleen Duitsland kent een drempelbedrag dat beduidend hoger is. Met dit amendement beoogt initiatiefnemer het drempelbedrag voor openbaarmaking te verlagen naar 2.500 euro. Dit bedrag is overgenomen uit de aanbevelingen van commissie-Veling.1
In lijn met de uitkomsten van commissie-Veling, acht initiatiefnemer het in het belang van de democratie dat de inkomsten van politieke partijen zo transparant mogelijk zijn. In het kader van de belangenafweging omtrent de autonome positie van politieke partijen, het risico op oneigenlijke beïnvloeding, en het beginsel van gelijke kansen acht initiatiefnemer een lagere drempel daarom wenselijk. Ook GRECO adviseert om de drempelbedragen te verlagen.2
Van Baarle