Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 21 mei 2021.
Het koninklijk besluit kan niet eerder inwerking treden dan op 19 juni 2021.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2021
Hierbij bied ik u aan het ontwerp van een koninklijk besluit dat strekt tot verlenging van de werkingsduur van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-191. Voor de inhoud en motivering van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting2.
De overlegging aan uw Kamer van het ontwerp van het koninklijk besluit geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 30, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het zal worden vastgesteld. Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren