Nr. 16 MOTIE VAN HET LID WIERSMA

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 19 november 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat binnen de inwerkingtreding van de Wet bescherming namen en graden hoger onderwijs ook niet-bekostigde instellingen moeten voldoen aan de wettelijke verplichting tot het bevorderen van het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef;

constaterende dat de procedure binnen deze wetgeving lang duurt en dat verschillende cases hierdoor niet snel en adequaat konden worden aangepakt;

constaterende dat de motie-Wiersma, Kamerstuk 31 288, nr. 819, vroeg om een inkorting van deze procedure zodat discriminatoire uitspraken snel konden worden aangepakt, maar dat deze motie nog niet heeft geleid tot verbetering door eventuele rechtsstatelijke bezwaren;

van mening dat ook binnen het hoger onderwijs discriminatie hard aangepakt moet worden en we naar alle middelen moeten kijken om dit te kunnen bereiken;

verzoekt de regering, om verschillende scenario's uit te werken om de slagkracht van de Wet bescherming namen en graden hoger onderwijs te vergroten, zoals het verkorten van de procedure binnen de Wet bescherming namen en graden hoger onderwijs, zodat in de toekomst discriminatoire uitspraken in het hoger onderwijs sneller en beter kunnen worden aangepakt, en de Kamer hierover te informeren in het voorjaar van 2021,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wiersma