Voorgesteld 27 mei 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat doxing in toenemende mate voorkomt in Nederland, richting onder meer hulpverleners, journalisten, wetenschappers en politici, en grote gevolgen heeft voor de veiligheid van deze personen;
constaterende dat doxing mensen vrees aanjaagt door te vragen om of het verschaffen of verspreiden van persoonsgegevens van diegene die vrees aangejaagd moet worden;
overwegende dat doxing als zodanig nu niet strafbaar is gesteld in het Wetboek van Strafrecht;
overwegende dat ook de politie de sterke wens heeft geuit dat doxing strafbaar moet worden gesteld;
verzoekt de regering, om voor het zomerreces een wetsvoorstel om doxing strafbaar te stellen in consultatie te brengen, dit vervolgens zo spoedig mogelijk in te dienen bij de Raad van State, en het nog dit jaar bij de Kamer aanhangig te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Michon-Derkzen
Sneller
Kuik
Van Nispen
Bikker
Van der Staaij
Kathmann