Ontvangen 25 augustus 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, komt artikel 58c, tweede lid, te luiden:
2. Het ontwerp van een krachtens het tweede lid vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide Kamers der Staten Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan een week na de overlegging van het ontwerp. Indien binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de ministeriële regeling bij wet wordt geregeld, wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend en wordt de ministeriële regeling niet vastgesteld.
Dit amendement strekt ertoe de in het wetsvoorstel opgenomen lichte voorhangprocedure te vervangen door een zware voorhangprocedure. Dit wetsvoorstel beperkt de medewetgevende bevoegdheid van de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal. Indieners vinden het in dat licht beschouwd gepast om te voorzien in een mogelijkheid om een voorstel tot afwijking van wettelijke bepalingen niet bij ministeriële regeling, maar bij wet te regelen.
Buitenweg Kuiken