Ontvangen 18 september 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, worden na het eerste lid van artikel 58t twee leden ingevoegd, luidende:
1a. In het in het eerste lid bedoelde overzicht wordt tevens beargumenteerd aangegeven waarom het niet of minder vergaand uitoefenen van een bevoegdheid krachtens dit hoofdstuk onevenredig nadeel oplevert voor de bestrijding van de epidemie.
1b. Voor zover de uitoefening van één van de in dit hoofdstuk gegeven bevoegdheden leidt tot een inperking van een grondrecht, wordt tevens aangegeven op welke wijze, onder welke voorwaarden en op welke termijn wordt toegewerkt naar het ongedaan maken daarvan.
Dit amendement regelt de versterking van de informatieplicht aan het parlement en het bieden van duidelijkheid over het traject voor beëindiging van de inperking van grondrechten.
Het is belangrijk dat de Staten-Generaal een duidelijk overzicht krijgt van de genomen maatregelen en de daaraan ten grondslag liggende motivering. Dat wordt geregeld in artikel 58t van het wetsvoorstel. De indiener van dit amendement wil tevens expliciet maken dat wordt aangegeven waarom het niet nemen van die maatregelen onevenredige gevolgen zou hebben voor de strijd tegen de pandemie.
Dat is in het bijzonder het geval bij inperking van een van de grondrechten. De indiener vindt het belangrijk dat de regering meteen duidelijk maakt wat het verwachte proces is ten aanzien van het beëindigen van het inperken van dat grondrecht.
Gezien de vergaande ingrepen op de grondrechten en de mogelijk onbepaalde duur die op grond van het wetsvoorstel mogelijk is, is het naar de mening van de indiener tevens noodzakelijk om aan te geven hoe toegewerkt wordt naar een situatie waarin de inperking van de grondrechten deels of geheel beëindigd wordt. Hierbij is het in bijzonder ook van belang aan de hand van welke criteria dit bepaald wordt. Op die manier wordt voor iedere burger inzichtelijk wat de concrete doelstelling van elke bepaling is. Het verbetert tevens democratische controle op de uitoefening van de bevoegdheden en de duur ervan.
Van der Staaij