Ontvangen 1 juni 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I wordt het voorgestelde artikel 10 als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «winkel» ingevoegd «, dan wel degene die anders dan in een winkel een bedrijf uitoefent als bedoeld in artikel 2, tweede lid,» en wordt na «eigenaar of beheerder» ingevoegd «of de persoon die anders dan in een winkel een bedrijf uitoefent».
2. In het tweede lid wordt na «winkel» ingevoegd «of aan degene die anders dan in een winkel een bedrijf uitoefent als bedoeld in artikel 2, tweede lid,».
Dit amendement regelt dat de voorgestelde wetswijziging niet alleen voor winkeliers geldt, maar ook voor marktkooplieden met een vaste standplaats. De aanleiding voor voorliggende wetswijziging wordt gevormd door de boetes die winkeliers moeten betalen voor het niet opengaan op tijdstippen die eenzijdig worden opgelegd. Met voorliggende wetswijziging worden winkeliers beter beschermd. Het is redelijk die bescherming ook te bieden aan marktkooplieden met een vaste standplaats. Gemeenten kunnen immers in het voorkomende geval besluiten om teldagen in mindering te brengen als marktkooplieden met een vaste standplaats niet opengaan op de zon- en feestdagen of tijdstippen, zoals genoemd in artikel 2, lid 1 van de Winkeltijdenwet. Deze mindering in teldagen is de facto ook een boete op het niet openen van de marktkraam en beperkt de keuzevrijheid van deze ondernemers onevenredig. De relatie tussen gemeenten en marktkooplieden of tussen ondernemers en vastgoedeigenaren of franchisegevers is in die zin dus niet principieel verschillend. Bovendien vallen marktkooplieden net als winkeliers onder de Winkeltijdenwet en derhalve dienen zij ook te vallen onder de bescherming die met deze wetswijziging geregeld wordt.
Grinwis Leijten