Ontvangen 28 februari 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 2.1 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
2a. Onze Minister verleent niet eerder goedkeuring aan het in het tweede lid genoemde protocol dan nadat hij heeft vastgesteld dat het protocol voorziet in een onafhankelijke toetsing van de gerechtvaardigde overtuiging bedoeld in dat lid.
II
In artikel 2.2, eerste lid, onder a en onder b, wordt «het tweede lid» telkens vervangen door «het tweede en 2a lid».
De indiener is van mening dat het protocol ook moet regelen dat er een onafhankelijke toetsing is opgenomen waarbij bezien wordt of er sprake is van een gerechtvaardigde overtuiging van fraude alvorens de gemeente of zorgverzekeraar de betreffende zorgaanbieder in het waarschuwingsregister plaatst. De indiener wil dat gemeenten en zorgverzekeraars deze onafhankelijke toetsing borgen, hoe zij dat vervolgens doen is aan hen.
De functionaris gegevensbescherming of de Autoriteit persoonsgegevens zien toe op het correct verwerken van gegevens. Maar beide instanties toetsen niet of er al dan niet sprake is van gerechtvaardigde overtuiging. Dat wordt gedaan door dezelfde gemeente of zorgverzekeraar die in eerste instantie gaat onderzoeken of er al dan niet sprake is van gerechtvaardigde overtuiging. De indiener vindt dit een lastige combinatie omdat de gevolgen van plaatsing in het waarschuwingsregister voor een zorgaanbieder groot kunnen zijn. Er zijn natuurlijk casussen waarbij heel duidelijk is dat er sprake van gerechtvaardigde overtuiging van fraude maar er zijn ook casussen waar dit minder duidelijk is.
Met dit amendement wil de indiener een onafhankelijke toets borgen en dient een onafhankelijke toetsing expliciet in het protocol geregeld te worden. Een onafhankelijk toetsing kan bijdragen aan een betere werking van het waarschuwingsregister.
Werner