Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2020
Uw Kamer en wij hebben al verschillende keren geconstateerd dat er vragen resteren over de behandeling van ouders die bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag onterecht zijn benadeeld door handelen van de Belastingdienst/Toeslagen of de hardheid van de regelingen. Zoals eerder aangegeven, verrichten wij nog onderzoek om die vragen goed te kunnen beoordelen en beantwoorden. Dat gaat onder andere over de informatiehuishouding bij de Belastingdienst/Toeslagen en over de twee lopende onderzoeken van de Autoriteit Persoonsgegevens. Wij hopen uw Kamer hierover uiteraard zo spoedig mogelijk te kunnen informeren.
Eerder hebben wij al de intentie uitgesproken om te zoeken naar een oplossing voor ouders die bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag onterecht zijn geconfronteerd met de kwalificatie «opzet/grove schuld». Op basis van recente analyse, wensen wij nu een belangrijke stap te zetten om deze oplossing te realiseren.
Bij ouders die geconfronteerd zijn met een onterechte kwalificatie «opzet/grove schuld» is als gevolg van deze kwalificatie een persoonlijke betalingsregeling geweigerd. Dit kon ernstige onbillijkheden tot gevolg hebben voor ouders. Zo werd geen rekening gehouden met hun persoonlijke betalingscapaciteit en konden zij hierdoor onder het bestaansminimum komen. Ook bij de invordering van kinderopvangtoeslag kunnen ouders dus in zeer schrijnende situaties terecht zijn gekomen. Dit moet – tot waar mogelijk – rechtgezet worden.
Om deze reden bieden wij uw Kamer daarom een tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Wet hardheidsaanpassing Awir aan (Kamerstuk 35 468, nr. 9). Deze nota van wijziging bewerkstelligt dat de tekst van de vangnetbepaling (artikel 49a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir)) wordt aangepast en daarmee qua reikwijdte wordt uitgebreid. De aanpassing van de tekst van de vangnetbepaling heeft tot gevolg dat ouders aan wie in de invordering een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld is opgelegd en daarom geen persoonlijke betalingsregeling hebben toegekend gekregen, onder voorwaarden een beroep kunnen doen op de vangnetbepaling. De nader te stellen voorwaarden zijn onder andere dat de onterechte kwalificatie opzet/grove schuld tot een zeer schrijnende situatie heeft geleid voor de kinderopvangtoeslagontvanger.
De vangnetregeling wordt uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur. Deze algemene maatregel van bestuur wordt voorgelegd voor goedkeuring aan de Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark