Voorgesteld 2 juli 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Staatssecretaris aangifte heeft gedaan van een vermoeden van beroepsdiscriminatie en knevelarij, gepleegd door de Belastingdienst;
overwegende dat het van belang is dat niemand wordt beoordeeld op afkomst of achternaam, en dat dit buiten twijfel gesteld dient te worden;
overwegende dat de Nationale ombudsman heeft aangegeven dat vooroordelen en vooringenomenheid in brede lagen van de overheid voorkomen;
verzoekt de regering, een doorlichting te organiseren, waarin alle uitvoeringsdiensten van de rijksoverheid worden getoetst op beroepsmatig discrimineren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Azarkan