Ontvangen 18 juni 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «drie» vervangen door «vier».
2. Er wordt na artikel 49b een artikel ingevoegd, luidende:
1. Bij ministeriële regeling stelt Onze Minister commissies in met het oog op de uitvoering van de artikelen 49 tot en met 49b.
2. De commissies hebben tot taak het dossier van een belanghebbende te voorzien van een oordeel of advies over de toepassing van artikel 49, 49a of 49b. De Belastingdienst/Toeslagen verstrekt daarvoor een afschrift van de op de zaak betrekking hebben documenten, waaronder mede wordt begrepen die informatie die niet aan het dossier is toegevoegd, maar wel van invloed is geweest bij de beoordeling of behandeling ervan, aan de betreffende commissie.
3. De Belastingdienst/Toeslagen zendt het besluit omtrent de toepassing van artikel 49, 49a of 49b aan de belanghebbende tezamen met het oordeel of advies van de betreffende commissie en de documenten die direct ten grondslag liggen aan het besluit. Indien het besluit ten nadeel van de belanghebbende afwijkt van het oordeel of het advies van de betreffende commissie, wordt het besluit extra gemotiveerd.
4. De Belastingdienst/Toeslagen verstrekt desgevraagd tevens het onderzoeksdossier, inclusief die informatie die niet aan het dossiers is toegevoegd, maar wel van invloed is geweest bij de beoordeling ervan, aan de belanghebbende.
5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de commissies.
Dit amendement regelt dat de commissies die de dossiers van de toeslagenaffaire beoordelen of over de toepassing van de vangnetbepaling adviseren kunnen beschikken over alle op de zaak betrekking hebbende stukken van de belastingdienst/Toeslagen. Het criterium op de zaak betrekking hebbende dient royaal te worden uitgelegd en objectief te worden toegepast, waarbij toepassing wordt gegeven aan de relevante jurisprudentie waaruit blijkt dat ook bijvoorbeeld telefoonnotities tot die stukken behoren. Dat zijn dus de stukken uit de individuele dossiers en in relevante gevallen ook het groeps-(CAF)dossier.
Het oordeel of het advies van de commissie dient voorts gemotiveerd te zijn en moet, gezien de bewoordingen van het artikel, individueel zijn. Het besluit dat de Belastingdienst neemt op basis van dit oordeel moet al gemotiveerd worden naar de belanghebbenden toe. De belanghebbende ontvangt daarom ook niet alleen het besluit van de Belastingdienst, maar ook het oordeel van de commissie en de documenten die ten grondslag liggen aan het besluit. Het is immers van groot belang dat de belanghebbende kennis kan nemen van de reden in het geval van een afwijzing, zodat de belanghebbende daarop kan reageren. De belanghebbende kan tevens verzoeken om het gehele onderzoeksdossier. Indien de Belastingdienst afwijkt van het oordeel van de commissie dient het besluit extra gemotiveerd te worden.
Omtzigt Leijten