Kamerstuk 35468-25

Motie van het lid Azarkan over een brede doorlichting waarin alle uitvoeringsdiensten worden getoetst op beroepsmatig discrimineren

Dossier: Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir)


Nr. 25 MOTIE VAN HET LID AZARKAN

Voorgesteld 17 juni 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Staatssecretaris aangifte heeft gedaan van een vermoeden van beroepsdiscriminatie en knevelarij, gepleegd door de Belastingdienst;

overwegende dat het van belang is dat niemand wordt beoordeeld op afkomst of achternaam, en dat dit buiten twijfel gesteld dient te worden;

overwegende dat de Nationale ombudsman heeft aangegeven dat vooroordelen en vooringenomenheid in brede lagen van de overheid voorkomen;

verzoekt de regering, een brede doorlichting te organiseren, waarin alle uitvoeringsdiensten van de rijksoverheid worden getoetst op beroepsmatig discrimineren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Azarkan