Ontvangen 5 juni 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 57, eerste lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 wordt in de eerste zin «Onze Minister kan» vervangen door «Onze Minister of Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor zover het algemeen belang is gelegen in volksgezondheid, kan» en wordt in de tweede, vijfde en zesde zin na «Onze Minister» steeds ingevoegd «onderscheidenlijk Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport».
Dit amendement regelt dat niet alleen de Minister van EZ maar ook de Minister van VWS een dwanglicentie kan afgeven, in het belang van de volksgezondheid. Hiermee wordt gewaarborgd dat de Nederlandse regering een instrument heeft om een geneesmiddel of vaccin voor alle inwoners tegen een redelijke prijs beschikbaar te stellen.
Het is de bedoeling dat wanneer een fabrikant, of andere entiteit, een monopoliepositie inneemt voor een geneesmiddel of vaccin en een exorbitante prijs vraagt, de Minister van VWS, in het belang van de volksgezondheid,een dwanglicentie kan afgeven, zodat het middel voor alle inwoners wel tegen een redelijke prijs beschikbaar is. Een juridische procedure van de octrooihouder mag daarbij de uitvoering van de dwanglicentie niet opschorten.
Overigens kan de dreiging van een dwanglicentie een farmaceutische fabrikant vaak al tot een vrijwillige licentie, uitbreiding van aanvoer of prijsverlaging van een geneesmiddel aanzetten.
Ploumen