Ontvangen 1 december 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «Regels» vervangen door «Tijdelijke regels» en wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
II
In de beweegreden wordt voor «wettelijk kader» ingevoegd «tijdelijk».
III
In artikel 4.1 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
IV
In artikel 4.2, onder B, wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
V
In artikel 4.2, onder C, wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
VI
In artikel 4.2, onder D, wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
VII
In artikel 4.3 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
VIII
In artikel 4.4 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
IX
In artikel 4.5 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
X
In artikel 4.6, onder A, wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
XI
In artikel 4.6, onder B, wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
XII
In artikel 4.7 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
XIII
In artikel 4.8 wordt «Wet gegevensverwerking» steeds vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
XIV
In artikel 4.9 wordt «Wet gegevensverwerking» steeds vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
XV
In artikel 4.10 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
XVI
In artikel 4.11 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
XVII
In artikel 4.12 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
XVIII
In artikel 5.1 wordt «vijf jaar» vervangen door «vier jaar».
XIX
Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet:
a. vervalt deze wet;
b. vervallen artikel 20, derde lid, van de Wet politiegegevens, de artikelen 8b, 39fa en 51ca van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, artikel 1:93ga van de Wet op het financieel toezicht, artikel 63ea van de Wet toezicht accountantsorganisaties, artikel 56a van de Wet toezicht trustkantoren 2018, de artikelen 22d en 23aa van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, artikel 10i van de Sanctiewet 1977, artikel 6a van de Wet toezicht financiële verslaggeving, artikel 3.3 0a van de Wet handhaving consumentenbescherming, artikel 208c van de Pensioenwet, en artikel 202c van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
c. vervalt «39fa» in artikel 8a van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
d. wordt in artikel 28, tweede lid, onder d, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur «een Regionaal Informatie- en Expertisecentrum als bedoeld in de Tijdelijke wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden» vervangen door «een regionaal samenwerkingsverband voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit van bestuursorganen, de politie, het openbaar ministerie, de rijksbelastingdienst, de belastingdienst FIOD, de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Koninklijke marechaussee».
XX
In artikel 5.3 wordt «Wet gegevensverwerking» vervangen door «Tijdelijke wet gegevensverwerking».
Met dit wetsvoorstel worden nieuwe en verstrekkende bevoegdheden geïntroduceerd voor het delen en verwerken van soms zeer gevoelige en vertrouwelijke informatie met derden. Daardoor ontbreekt het begrijpelijkerwijs aan adequaat inzicht in de risico’s die het delen en verwerken van informatie in samenwerkingsverbanden met zich mee brengt.
Indiener stelt voor om met het oog op deze op dit moment onvoorzienbare risico’s en de behoefte aan een uitdrukkelijke bezinning op de noodzaak en wenselijkheid van deze Wet te voorzien in een horizonbepaling: de voorgestelde bevoegdheden komen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet te vervallen. Nadien kunnen de betrokken samenwerkingsverbanden blijven bestaan, en verkrijgen zij weer de mogelijkheden die de AVG en de UAVG thans bieden. Als uit de wetsevaluatie blijkt dat voortzetting van de gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden gewenst is, kan de Minister van Justitie en Veiligheid altijd een wetsvoorstel aan de Kamer voorleggen om de voortzetting van de in deze Wet gegeven bevoegdheden te garanderen.
Buitenweg