Ontvangen 28 oktober 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 1.500» wordt «€ 208» vervangen door «€ 148».
2. In de regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.500 en niet meer dan € 2.500» wordt «€ 236» vervangen door «€ 167».
3. In de regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 2.500 en niet meer dan € 5.000» wordt «€ 236» vervangen door «€ 223».
In het wetsvoorstel worden vooral de griffierechten van rechtspersonen verlaagd. Voor natuurlijke personen geldt dat in veel mindere mate. Bij vorderingen tussen de € 500 en € 1.500 krijgen rechtspersonen een verlaging van 37%, natuurlijke personen 12%. Bij vorderingen tussen € 1.500 en € 2.500 is de verlaging 29% voor rechtspersonen en er geldt 5% verlaging van de tarieven voor rechtspersonen in de categorie vorderingen van € 2.500 € tot € 5.000. Voor natuurlijke personen is de verlaging in die laatste twee categorieën 0%.
Met dit amendement worden de griffierechten voor natuurlijke personen met dezelfde percentages verlaagd als voor rechtspersonen. De griffierechten voor natuurlijke personen zijn nu € 236 in alle drie de bovengenoemde categorieën, eenzelfde verlaging als voor rechtspersonen komt neer op respectievelijk 148, 167 en 223 euro (afgerond).
Van Nispen Van den Berge