Kamerstuk 35439-15

Gewijzigd amendement van de leden Van Nispen en Van den Berge t.v.v. nr. 11 over het op voorhand kunnen uitsluiten van een kostenveroordeling door de rechter

Dossier: Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieƫn voor lagere geldvorderingen

Gepubliceerd: 28 oktober 2020
Indiener(s): Michiel van Nispen , Niels van den Berge (GL)
Onderwerpen: burgerlijk recht recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35439-15.html
ID: 35439-15
Origineel: 35439-11

46,0 %
54,0 %

Krol

Van Kooten-Arissen

DENK

CDA

50PLUS

PvdD

PVV

SGP

SP

PvdA

D66

Van Haga

CU

GL

VVD

FVD


Nr. 15 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN VAN DEN BERGE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 28 oktober 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «Wet griffierechten burgerlijke zaken» ingevoegd «en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering» en wordt toegevoegd «en aanpassing van de hardheidsclausule».

II

Voor de puntkomma aan het slot van de beweegreden wordt ingevoegd «, alsmede om de hardheidsclausule aan te passen».

III

Na artikel I wordt een artikel toegevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 127a, derde lid, wordt toegevoegd: De rechter kan, in afwijking van artikel 237, derde lid, op voorhand bepalen dat een partij, indien deze bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, niet veroordeeld wordt tot betaling van het griffierecht indien dit, gelet op het belang van één of meer van de partijen bij toegang tot de rechter, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

B

Aan artikel 282a, vierde lid, wordt toegevoegd: De rechter kan op voorhand bepalen dat een partij, indien deze bij eindbeschikking in het ongelijk wordt gesteld, niet veroordeeld wordt tot betaling van het griffierecht indien dit, gelet op het belang van één of meer van de partijen bij toegang tot de rechter, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Toelichting

De toegang tot het recht is van fundamenteel belang en mag niet afhankelijk zijn van de dikte van de portemonnee van de rechtszoekende.

Met dit amendement wordt geregeld dat vooraf duidelijkheid kan ontstaan over het niet hoeven voldoen van het griffierecht van de wederpartij als er sprake is van aantoonbare financiële overmacht. Het is van belang dat op voorhand bepaald kan worden dat een partij, indien deze bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, niet veroordeeld wordt tot betaling van het griffierecht indien dit, gelet op het belang van één of meer van de partijen bij toegang tot de rechter, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dat regelt dit amendement.

Van Nispen Van den Berge