Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2020
Op 9 april 2020 is de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming in werking getreden. De looptijd van deze wet is bij besluit van 3 juli 20201 met twee maanden verlengd tot 1 november 2020, met de mogelijkheid deze voor die tijd bij koninklijk besluit te verlengen. Deze verlenging is op grond van artikel 7.1 van de Tijdelijke wet mogelijk voor telkens maximaal twee maanden. Via deze brief informeer ik u over mijn besluit om de werking van de Tijdelijke wet te verlengen tot ten minste 1 januari 2021. De ontwikkelingen ten aanzien van het coronavirus maken dat er voldoende aanleiding is om de wet thans opnieuw te verlengen.
Met de oplopende besmettingscijfers waar we nu mee te maken hebben en het gegeven dat inmiddels de meeste veiligheidsregio’s als zorgelijk of ernstig zijn aangemerkt, ligt het in de rede dat meer digitaal vergaderd zal gaan worden. Hiermee is voldaan aan de voorwaarde voor verlenging van de Tijdelijke wet, namelijk dat de gezondheidssituatie daar om vraagt. Hiermee kom ik ook tegemoet aan het nadrukkelijke verzoek van de VNG, de Nederlandse vereniging voor raadsleden, het Nederlands genootschap van burgemeesters, de Wethoudersvereniging en de Vereniging van Griffiers om de wet te verlengen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren