Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2020
Op 9 april 2020 is de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming (Kamerstuk 35 424) in werking getreden. Deze wet geldt tot 1 september 2020, tenzij deze voor die tijd bij koninklijk besluit wordt verlengd. Deze verlenging is op grond van artikel 7.1 van de Tijdelijke wet mogelijk voor telkens maximaal twee maanden. Via deze brief informeer ik u over mijn voornemen om de werking van de Tijdelijke wet te verlengen tot ten minste 1 november 2020.
De overwegingen die ten grondslag lagen aan deze wet gelden nog steeds. Door reeds nu te besluiten tot verlenging van de wet, wordt voor het zomerreces zekerheid geboden aan decentrale volksvertegenwoordigingen over het gebruik kunnen blijven maken van de mogelijkheden die deze wet biedt, mocht de situatie na 1 september a.s. daarom vragen.
Over een eventuele verlenging tot na 1 november a.s. wordt later besloten. Zoals toegezegd zal ik uw Kamer daarover informeren.1
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren