Gepubliceerd: 15 april 2022
Indiener(s): Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: bestuur organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35424-19.html
ID: 35424-19

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2022

In de aankondiging van de tiende verlenging van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming (Kamerstuk 35 424) (hierna: Tijdelijke wet), van 1 maart tot 1 mei 2022 (verzonden op 2 februari 2022)1, is benoemd dat het werken aan een permanente regeling een grondslag is voor de verlenging van de Tijdelijke wet, zoals al was aangekondigd in de brief van 27 september 20212. Op 17 maart heeft de commissie Binnenlandse Zaken van de Eerste Kamer, naar aanleiding van de tiende verlenging van de Tijdelijke wet, aangegeven dit gelet op de parlementaire geschiedenis van de tijdelijke wet niet te zien als grond voor verlenging.

Tegelijkertijd zijn er echter nog steeds gezondheidsargumenten voor verlenging. Gegeven het standpunt van de commissie Binnenlandse Zaken van de Eerste Kamer acht ik het van belang toe te lichten waarom ik meen dat gezondheidsredenen nog steeds aanleiding geven voor de elfde verlenging van de Tijdelijke wet. Hiervoor verwijs ik allereerst naar de brief van mijn ambtsgenoten van VWS en SZW waarin zij een lange termijn aanpak COVID-19 presenteren, waarbij rekening wordt gehouden met oplevingen van het virus.3 Zij geven aan dat juridisch instrumentarium, zoals de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19, nodig blijft om maatregelen te kunnen treffen.

Omdat rekening wordt gehouden met oplevingen, moet we ook rekening houden met de kans dat volksvertegenwoordigers in quarantaine of isolatie moeten blijven gaan. Zonder verlenging van de Tijdelijke wet zou het gevolg hiervan zijn dat volksvertegenwoordigers die in isolatie of quarantaine moeten vergaderingen van de volksvertegenwoordiging missen en daarmee hun democratische rechten niet kunnen uitoefenen. Dit kan ook gelden voor volksvertegenwoordigers met een kwetsbare gezondheid, bijvoorbeeld door een chronische aandoening, die zichzelf willen beschermen door het treffen van contactbeperkende maatregelen.

Daarom is het mijn voornemen om de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming te verlengen. De verlenging gaat in op 1 mei, heeft een duur van twee maanden en geldt daarmee tot 1 juli 2022.

Mijn ambtsvoorganger heeft in de brief van 27 september 2021 uw Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de Tijdelijke wet en de verkenningen naar praktische en grondwettelijke mogelijkheden en beletselen voor de vormgeving van een permanente regeling voor digitale beraadslaging en besluitvorming. In deze brief is aangekondigd dat er een wetsvoorstel zal worden voorbereid om in deze permanente regeling te voorzien. Op dit moment wordt nog aan de permanente regeling gewerkt. Ik verwacht in het eerste kwartaal van 2023 een wetsvoorstel voor de permanente regeling aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te kunnen voorleggen. Voor de zomer van dit jaar wil ik het wetsvoorstel in consultatie brengen. Ten overvloede benadruk ik graag dat het niet de bedoeling is dat de Tijdelijke wet een permanent karakter krijgt. Het werken aan de permanente regeling heeft tot doel de wetgever opnieuw een afweging te laten maken over de wenselijkheid van de permanente regeling. De voorbereiding vindt in goed overleg met de medeoverheden plaats en is bijna op het punt dat de formele consultatie en internetconsulatie kunnen starten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot