Gepubliceerd: 10 november 2020
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: bestuur organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35424-10.html
ID: 35424-10

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2020

Op 9 april 2020 is de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming (Kamerstuk 35 424) in werking getreden. Bij besluit van 26 oktober 20201 is de looptijd van deze wet verlengd tot 1 januari 2021. Via deze brief informeer ik u over mijn voornemen om de werking van de Tijdelijke wet, gelet op artikel 7.1, wederom met twee maanden te verlengen tot ten minste 1 maart 2021. De ontwikkelingen ten aanzien van het coronavirus maken dat er voldoende aanleiding is om de wet thans opnieuw te verlengen.

Met de huidige besmettingscijfers is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de Tijdelijke wet, namelijk dat de gezondheidssituatie daarom vraagt. Mijn voornemen de wet thans opnieuw te verlengen baseer ik ook op het nadrukkelijke verzoek van de VNG, de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, de Wethoudersvereniging en de Vereniging van Griffiers van 23 september om de wet na 1 november te verlengen. In deze brief wordt de verwachting uitgesproken dat er een cyclische behoefte aan digitaal vergaderen blijft bestaan tot er een structurele oplossing voor Covid-19 is gevonden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren