Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2022
Op verzoek van toenmalig Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van ’t Wout is de behandeling in de Eerste Kamer van het wetsvoorstel inzake wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets en het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuld (hierna: wetsvoorstel «fraudevorderingen»)1 aangehouden.2 Per brief van 16 november 2021 heeft toenmalig Staatssecretaris Wiersma de Eerste Kamer geïnformeerd over het voornemen om het wetsvoorstel «fraudevorderingen» in te trekken.3
Het wetsvoorstel regelt dat alle vorderingen wegens schending van de inlichtingenplicht worden uitgesloten als «schuld» bij de vermogenstoets in de Participatiewet. Het wetsvoorstel heeft als doel het wegnemen van de onterecht gunstige positie van mensen met vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht bij de toegang tot het recht op bijstand, zodat belanghebbenden worden geprikkeld om het (in het bezit gebonden) vermogen aan te wenden en (daarmee) de vorderingen af te lossen. In de afgelopen periode zijn verschillende gesprekken gevoerd met uitvoeringsinstanties, gemeenten en Kamerleden van beide Kamers over de hardheden in de Participatiewet en de handhaving in de brede sociale zekerheid. Vanuit verschillende trajecten wordt gewerkt aan de stappen die nodig zijn om te komen tot meer menselijke maat en vertrouwen in de Participatiewet en daarnaast om de handhaving in de sociale zekerheid beter in balans te brengen. De wijzigingen met betrekking tot de vermogenstoets uit het in te trekken wetsvoorstel worden betrokken bij deze bredere trajecten.
Het wetsvoorstel bevat ook een Kamerbreed gesteund amendement.4 Dit amendement regelt voor het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank en gemeenten een beperking van het medewerkingsverbod voor minnelijke schuldregelingen bij vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht tot gevallen van opzet en grove schuld. Hiermee wordt een zwaarwegend maatschappelijk belang gediend. Om zeker te stellen dat de benodigde wijzigingen zo snel mogelijk in werking treden, is de inhoud van het genoemde amendement via een nota van wijziging opgenomen in de Verzamelwet SZW 2022.5 Deze wijzigingen zijn op 21 december 2021 in werking getreden en werken terug tot en met 15 november 2021.6 Zoals toegelicht bij brief van 23 november 2021 is aan het UWV, de SVB en gemeenten toestemming verleend om vanaf 15 november 2021 in de uitvoering te anticiperen op de inwerkingtreding.7 De onderdelen uit bovengenoemd wetvoorstel die zien op het medewerkingsverbod zijn dus inmiddels via een andere route geregeld.
Daartoe gemachtigd door Zijne Majesteit de Koning trek ik middels deze brief het bovengenoemde voorstel van wet in.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten