Kamerstuk 35367-8

Amendement van het lid Van der Lee over dat over het boekjaar waarin de bedenktijd wordt ingeroepen er geen bonussen aan bestuurders en commissarissen kunnen worden uitgekeerd

Dossier: Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het inroepen van een bedenktijd door het bestuur van een beursvennootschap


30,0 %
70,0 %

50PLUS

DENK

Van Kooten-Arissen

Van Haga

D66

PvdD

FVD

PvdA

PVV

VVD

CDA

SP

Krol

GL

CU

SGP


Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER LEE

Ontvangen 28 augustus 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 114b, zesde lid, als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «heeft tot gevolg dat» wordt vervangen door «heeft tot gevolg dat:

a.»

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel a (nieuw) door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • b. over het boekjaar waarin de bedenktijd is ingeroepen geen bonus als bedoeld in artikel 135 lid 6 aan de bestuurders en commissarissen kan worden uitgekeerd.

Toelichting

Het wetsvoorstel regelt dat het met redenen omklede besluit van het bestuur tot het inroepen van de bedenktijd onderworpen is aan de goedkeuring van de raad van commissarissen indien deze aanwezig is. Door het inroepen van de bedenktijd zijn de bestuurders en commissarissen voor een periode van maximaal 250 dagen van overheidswege beschermd tegen schorsing of ontslag door de algemene vergadering. In het bezoldigingspakket van een bestuurder of commissaris van een beursvennootschap is in de regel een risicopremie verdisconteerd voor het mogelijke ontslag door de algemene vergadering.1 Deze risicopremie zou tijdelijk moeten vervallen op het moment dat het bestuur (na goedkeuring door de raad van commissarissen) de bedenktijd inroept: bestuurders en commissarissen kunnen in die periode immers niet worden geschorst of ontslagen door de algemene vergadering. Het onderhavig amendement regelt daarom dat over het boekjaar waarin de bedenktijd wordt ingeroepen er geen bonussen aan bestuurders en eventueel commissarissen kunnen worden uitgekeerd. Beoogd wordt om op deze wijze een extra prikkel in te bouwen om te voorkomen dat bestuurders (na goedkeuring door de raad van commissarissen) de wettelijke bedenktijd te lichtvaardig inroepen.

Onder een bonus wordt in dit amendement hetzelfde verstaan als in het reeds bestaande artikel 2:135 lid 6 BW: het niet vaste deel van de bezoldiging waarvan de toekenning geheel of gedeeltelijk afhankelijk is gesteld van het bereiken van bepaalde doelen of van het zich voordoen van bepaalde omstandigheden. De bonus kan worden uitgekeerd in de vorm van geld (cash), of in de vorm van opties of aandelen of andere op aandelen gebaseerde bezoldigingscomponenten.2

In de regel worden – mede gelet op best practice bepaling 3.3.2 uit de corporate governance code3 – geen bonussen aan commissarissen van Nederlandse beursvennootschappen toegekend. In de praktijk is er een klein aantal vennootschappen bekend waarbij commissarissen kunnen participeren in een aandelen(optie)regeling van de vennootschap. Daarom zijn ook eventuele bonusuitkeringen aan commissarissen onder de reikwijdte van dit amendement gebracht.

Van der Lee