Ontvangen 15 september 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I vervalt in het voorgestelde derde lid, onder a, «de basiswaarden van».
II
In artikel II vervalt in het voorgestelde vierde lid, onder a, «de basiswaarden van».
III
In artikel III, onderdeel A, vervalt in het voorgestelde artikel 17, eerste lid, onder a, «de basiswaarden van».
IV
In artikel V vervalt in het voorgestelde derde lid, onder a, «de basiswaarden van».
V
In artikel VI, onderdeel A, vervalt in her voorgestelde artikel 42, eerste lid, onder a, «de basiswaarden van».
VI
In artikel VIII, onderdeel a, onder A, vervalt in het met artikel III, onderdeel A, voorgestelde artikel 2.2, eerste lid, onder a, «de basiswaarden van».
VII
In artikel VIII, onderdeel b, onder A, vervalt in het voorgestelde artikel 2.2, eerste lid, onder a, «de basiswaarden van».
Het vermelden van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat is problematisch voor het toezicht in het onderwijs. De interpretatie van basiswaarden is namelijk niet zo eenduidig als op het eerste gezicht het geval lijkt. Zo kunnen bijvoorbeeld een socialistische, een liberale of een christelijke opvatting van autonomie en solidariteit sterk uiteenlopen. Het is op grond van de vrijheid van richting niet aan de overheid om zich op het gebied van de overtuiging van scholen te begeven door een normerende interpretatie van deze basiswaarden te kiezen. Dit amendement richt het toezicht daarom op de kennis van en het respect voor de democratische rechtsstaat. De essentie van de democratische rechtsstaat, die ook zonder definitiebepaling spreekt uit onze Grondwet, is dat burgers vreedzaam met elkaar samenleven met respect voor een wettelijk geregeld kader van rechten en plichten. Van alle scholen mag verwacht worden dat zij hun leerlingen daarmee vertrouwd maken.
Bisschop