Voorgesteld 5 maart 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening leidt tot een intensievere uitwisseling van persoonsgegevens;
overwegende dat in het voorstel een goede balans tussen privacy en vroegtijdige signalering van schulden van belang is;
overwegende dat gemeenten deze persoonsgegevens dienen te verzamelen en op prudente wijze dienen te bewaren;
verzoekt de regering, om de borging van privacy te betrekken bij de evaluatie en tevens de Autoriteit Persoonsgegevens te betrekken bij de evaluatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Beukering-Huijbregts
Peters
Renkema