Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2024
Bij koninklijke boodschap van 9 september 2019 is het voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid) aangeboden aan uw Kamer (Kamerstuk 35 282). Het wetsvoorstel is op 19 december 2019 aangenomen door uw Kamer, waarna de Eerste Kamer op 19 januari 2021 voorlopig verslag heeft uitgebracht.1
Bij brief van 13 juni 2022 heb ik uw kamer medegedeeld het wetsvoorstel Wet taal en toegankelijkheid te willen aanhouden om het vraagstuk omtrent de beheersing van internationale studentenstromen integraal te onderzoeken.2 Vervolgens heb ik uw Kamer bij brief van 21 april 2023 geïnformeerd over mijn voornemen om het wetsvoorstel in te trekken, omdat ik de maatregelen daaruit niet langer passend en niet stevig genoeg achtte voor de huidige mate van internationalisering in het hbo en wo.3 Recent is het wetsvoorstel Wet internationalisering in balans bij uw Kamer aanhangig gemaakt, waarmee de uitgangspunten zoals uiteengezet in de brief van 21 april 2023 zijn uitgewerkt in concrete en deels nieuwe instrumenten. Ik streef ernaar om middels dit wetsvoorstel een duurzame balans te creëren tussen de toegevoegde waarde van internationalisering en het behouden van de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het hbo en wo. Het wetsvoorstel Wet internationalisering in balans vervangt het wetsvoorstel Wet taal en toegankelijkheid.
Met de intrekking van het wetsvoorstel Wet taal en toegankelijkheid vervalt de grondslag voor het vaststellen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 houdende de invoering van bepalingen omtrent de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands en de meerwaarde van een andere taal dan het Nederlands in het hoger onderwijs. Dit ontwerpbesluit, dat in 2021 aan uw Kamer is voorgelegd in het kader van een voorhangprocedure4, zal ik om deze reden niet doorzetten.
Gelijktijdig met de intrekking is tevens besloten het ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 in verband met de invoering van een minimum- en maximumtarief instellingscollegegeld, dat eveneens uitvoering geeft aan het wetsvoorstel Wet taal en toegankelijkheid, niet vast te stellen.
Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf