Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 20 april 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Minister nog geen duidelijkheid heeft over of en, zo ja, welke personeelskosten onderdeel uit gaan maken van het Defensiematerieelbegrotingsfonds;
overwegende dat personeel onlosmakelijk verbonden is met elke investering en instandhouding bij Defensie, of het nu wapensystemen of vastgoed betreft, en dat het daarom mede vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid noodzakelijk is om deze kosten op te nemen;
verzoekt de regering, uiterlijk bij de begroting voor 2022 de in afstemming met de Kamer af te bakenen personele kosten op te nemen in het Defensiematerieelbegrotingsfonds,
en gaat over tot de orde van de dag.
Diks