Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2019
Op 3 september 2019 is het voorstel tot Wijziging van de Wet tot Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens voor paren (Kamerstuk 35 269) bij uw Kamer aanhangig gemaakt.
Met het voorliggende voorstel wordt de eenmalige niet-indexering ongedaan gemaakt zoals opgenomen in het oorspronkelijke wetsvoorstel. Het kindgebonden budget wordt uitgevoerd door de Belastingdienst/Toeslagen (en deels door de Sociale Verzekeringsbank). Teneinde het eerste voorschot voor 2020 in december 2019 aan ouders te kunnen verstrekken, dient de Belastingdienst/Toeslag voor 15 oktober 2019 over de juiste toeslagbedragen voor 2020 te beschikken. Het is daarom van groot belang dat het wetsvoorstel voor 15 oktober 2019 de goedkeuring krijgt van zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer.
Ik wil uw Kamer daarom verzoeken om het wetsvoorstel spoedig te behandelen met het oog op de inwerkingtreding per 1 januari 2020.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark