Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2020
Naar aanleiding van de motie van de leden Van Nispen en Van den Berge over het Juridisch Loket (Kamerstuk 35 263, nr. 16), voorgesteld tijdens het wetgevingsoverleg over het wetsvoorstel voor de Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging (Kamerstuk 35 263) op 3 februari 2020, laat ik u hierbij weten dat ik het oordeel hierover aan uw Kamer laat.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker