Ontvangen 4 december 2019
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 1a, derde lid, onderdeel e, wordt «artikel 1a, vierde lid, onderdeel k» vervangen door «artikel 1a, vierde lid, onderdeel o».
B
In artikel I, onderdeel F, worden, na het eerste subonderdeel twee subonderdelen ingevoegd, luidende:
1a. In het zevende lid wordt «artikel 1a, vierde lid, onderdeel j» vervangen door «artikel 1a, vierde lid, onderdeel n».
1b. In het tiende lid wordt «artikel 1a, vierde lid, onderdeel k» vervangen door «artikel 1a, vierde lid, onderdeel o».
C
Na artikel I, onderdeel L, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
La
In artikel 16, derde lid, wordt «artikel 1a, vierde lid, onderdeel k» vervangen door «artikel 1a, vierde lid, onderdeel o».
D
In artikel I, onderdeel N, wordt in artikel 22b «van een buitenlandse toezichthoudende instantie» vervangen door «of van een buitenlandse toezichthoudende instantie zijn ontvangen».
E
In artikel III wordt boven de tekst van het artikel de aanduiding A geplaatst.
F
Aan artikel III wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
B
In de artikelen 10b, eerste en tweede lid, en 10ba wordt «artikel 10, tweede lid, onder a tot en met j» telkens vervangen door «artikel 10, tweede lid, onder a tot en met m».
G
Na artikel V wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VA
De Wet van 20 februari 2019 tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Stb. 2019, 127) wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 34l, onderdeel c, «instellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 16°, van die wet,» vervangen door «instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, van die wet».
B
Artikel VI vervalt.
A tot en met C
In het wetsvoorstel is in artikel 1, onderdeel B, onderdeel 3, een aantal verletteringen opgenomen. Deze verletteringen zijn niet consequent in de gehele Wwft doorgevoerd. Met deze nota van wijziging wordt dat alsnog gedaan.
D
De formulering van artikel 22b, eerste lid, aanhef, week abusievelijk af van de formulering van artikel 22a, eerste lid, aanhef. Met deze wijziging worden beide formuleringen gelijkluidend.
E tot en met F
Artikel III van het wetsvoorstel voorziet in de toevoeging van twee onderdelen aan artikel 10, tweede lid, van de Sanctiewet 1977. Daardoor wordt toezicht op de naleving van de Sanctiewet 1977 door aanbieders van diensten met virtuele valuta mogelijk. Deze uitbreiding is evenwel niet consequent doorgevoerd in afdeling 5 van de Sanctiewet 1977. Dit zou ertoe leiden dat bij aanbieders van diensten met virtuele valuta geen goede handhaving van de Sanctiewet 1977 mogelijk is. Door in de artikelen 10b en 10ba ook een verwijzing naar de nieuwe onderdelen van artikel 10, tweede lid, op te nemen wordt dit hersteld.
G
De Wet kansspelen op afstand (Stb. 2019, 127) bevat in artikel 34l, onderdeel c, nog een verouderde verwijzing naar de Wwft. In onderdeel A wordt de verwijzing aangepast aan de verletteringen in onderhavige wetsvoorstel, zodat artikel I, onderdeel P, van de Wet kansspelen op afstand (Stb. 2019, 127) de juiste verwijzing naar de Wwft bevat.
Artikel VI van de wet kansspelen op afstand, dat ook een verouderde verwijzing naar de Wwft bevat, strekt er toe dat de groep onder Wwft-toezicht staande kansspelaanbieders wordt uitgebreid met aanbieders van kansspelen op afstand. Dit is echter ook al geregeld in artikel VIA van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn. Artikel VI van de wet kansspelen op afstand kan derhalve vervallen.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra