Voorgesteld 6 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Wajongers die 12,5 jaar in dienst zijn bij een werkgever en daarvoor een eenmalige bonus of gratificatie krijgen, deze door een korting op hun uitkeringsdeel weer keurig gedeeltelijk kunnen inleveren;
constaterende dat niet-wajongers in dezelfde situatie deze bonus of gratificatie wel kunnen houden;
constaterende dat een vrijstelling tot 1994 wel degelijk bestaan heeft;
overwegende dat dit onderscheid ten nadele van mensen in een kwetsbare situatie niet is uit te leggen;
overwegende dat blijkbaar in de aangifte loonheffingen het onderscheid tussen vast loon en extra’s niet kan worden gemaakt en dat dit de reden is dat niet alle wajongers 100% van hun bonus mogen houden;
overwegende dat daarentegen bonussen die onder een werkkostenregeling worden weggeschreven niet mogen worden verrekend, zodat de jubilaris de bonus wél mag houden;
verzoekt de regering, om aan alle werkgevers van Wajongers en het UWV bij jubileumbonussen in de Wajong klip en klaar te adviseren voortaan de werkkostenregeling te gebruiken;
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Palland