Ontvangen 30 oktober 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, komt het voorgestelde artikel 1a:4, tweede lid, te luiden:
2. De arbeidsongeschiktheidsuitkering bedraagt per dag 0,75 * (G – I).
II
In artikel I, onderdeel W, komt het voorgestelde artikel 2:46, eerste lid, te luiden:
1. De uitkering, bedoeld in artikel 2:45, bedraagt per dag 0,75 * (G – I).
III
In artikel I, onderdeel BB, komt het voorgestelde artikel 3:8b, eerste lid, te luiden:
1. De arbeidsongeschiktheidsuitkering voor de jonggehandicapte, bedoeld in artikel 3:8a, eerste lid, bedraagt per dag 0,75 * (G – I).
Dit amendement regelt dat mensen met duurzaam geen arbeidsvermogen die een Wajong-uitkering ontvangen de mogelijkheid hebben om een beperkt inkomen uit arbeid te ontvangen, zonder dat dit direct volledig verrekend wordt met hun uitkering. Ook al is de kans klein dat deze groep betaalde arbeid gaat verrichten en ook al hebben zij een wat hogere uitkering (75% WML), het is waardevol als zij de mogelijkheid hebben om incidenteel wat werk te doen. Het werkt demotiverend als de inkomsten tot 20% WML gekort worden op de uitkering, zoals in het wetsvoorstel wordt voorgesteld. De indieners willen daarom dat ook de inkomsten tot 20% WML volgens de formule worden verrekend, zodat ze ook van die eerste inkomsten een deel mogen houden. Op deze manier regelt dit amendement dat de uitkering niet direct gekort wordt als er (incidenteel) enige werkzaamheden worden verricht.
Bruins Peters Raemakers Nijkerken-de Haan Gijs van Dijk Renkema Jasper van Dijk