Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op het Verdrag betreffende werk in de visserijsector (Trb. 2011, 152) en Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad van 19 december 2016 tot uitvoering van de op 21 mei 2012 door het Algemeen Comité van de landbouwcoöperaties van de Europese Unie (COGECA), de Europese Federatie van vervoerswerknemers (EFT) en de Vereniging van de nationale organisaties van visserijondernemingen in de Europese Unie (Europêche) gesloten Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007 (PbEU 2016, L 25) noodzakelijk is regels te stellen ten behoeve van de gezondheid, veiligheid en behoorlijke leef- en werkomstandigheden van vissers en dat het wenselijk is de daarop betrekking hebbende bepalingen te moderniseren;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 695, eerste lid, wordt na «voeren» ingevoegd «en op zeeschepen die gerechtigd zijn een andere vlag te voeren, indien de zee-arbeidsovereenkomst wordt beheerst door Nederlands recht».
B
Het opschrift van afdeling 12A komt te luiden:
C
In artikel 739 vervalt onderdeel b onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.
D
Artikel 740 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tweede zin van het eerste lid komt te luiden: De artikelen 708, 715, 717, 737 en 738a tot en met 738f zijn niet van toepassing op de arbeidsovereenkomst in de zeevisserij.
2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.
3. In het tweede lid (nieuw) wordt «artikel 741» vervangen door «de artikelen 741, 742 en 746 tot en met 749».
E
Artikel 742 komt te luiden:
1. De arbeidsovereenkomst van de zeevarende in de zeevisserij vermeldt naast de in artikel 699 genoemde gegevens:
a. het garantieloon en de berekeningswijze van het aandeel van de zeevarende in de vangst of de opbrengst daarvan, voor zover het in geld vastgestelde loon geheel of gedeeltelijk bestaat in een aandeel in de vangst of de opbrengst daarvan;
b. de voorzieningen die de werkgever aan boord verstrekt aan de zeevarende;
c. de door de werkgever aan de zeevarende te verstrekken bescherming in geval van ziekte, ongeval of overlijden in verband met zijn arbeidsovereenkomst; en
d. de minimumrusttijden.
2. Voor zover de gegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn vermeld in een toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of in een regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, kan worden volstaan met een verwijzing naar deze overeenkomst of regeling.
F
In artikel 743, eerste lid, wordt «drie maanden» vervangen door «zes maanden».
G
Na artikel 745 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
H
Na artikel 746 worden twee artikelen en een opschrift ingevoegd, luidende:
De artikelen 623, 624, 695, lid 1, 697, 698, 700, 702, 703 tot en met 707, 718, 719, leden 1, 2, 5 en 6, 720, 732, 734 tot en met 734m, 742, 743 en 746 zijn van overeenkomstige toepassing op personen die, anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst, werkzaamheden verrichten in de zeevisserij, met dien verstande dat voor «werkgever» wordt gelezen: scheepsbeheerder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet zeevarenden en in plaats van «loon» wordt gelezen: aandeel in de vangst of de opbrengst daarvan.
I
Na artikel 748 wordt een afdeling toegevoegd, luidende:
1. Op de maatschapsovereenkomst in de zeevisserij zijn de artikelen 623, 624, 695, lid 1, 697, 698, 700, 702, 703 tot en met 707, 718, 719, leden 1, 2, 5 en 6, 720, 732, 734, 734a, 742, lid 1, 743 en 746 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van «zee-arbeidsovereenkomst» wordt gelezen «maatschapsovereenkomst», in plaats van «werkgever» wordt gelezen «scheepsbeheerder, als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Wet zeevarenden» en in plaats van «loon» wordt gelezen «aandeel in de vangst of de opbrengst daarvan».
2. Op de maatschapsovereenkomst in de zeevisserij zijn de artikelen 734d tot en met 734m van overeenkomstige toepassing, tenzij de zeevarende in de zeevisserij tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid verzekerd is bij het Sociaal Fonds voor de Maatschapsvisserij, met dien verstande dat in plaats van «zee-arbeidsovereenkomst» wordt gelezen «maatschapsovereenkomst», in plaats van «werkgever» wordt gelezen «scheepsbeheerder, als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Wet zeevarenden» en in plaats van «loon» wordt gelezen «aandeel in de vangst of de opbrengst daarvan».
Paragraaf 6 van titel 4 van het Tweede Boek van het Wetboek van Koophandel vervalt.
De artikelen XIII en XIIIa van de Wet van 6 juli 2011 inzake de implementatie van het op 23 februari 2006 te Genève tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007, 93) vervallen.
De Wet zeevarenden wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel g komt te luiden:
tenzij anders bepaald, 96 procent van de totale lengte op een waterlijn op 85 procent van de kleinste holte gemeten vanaf de kiellijn, of de lengte van de voorzijde van de voorsteven tot de hartlijn van de roerkoning op die waterlijn, indien deze lengte groter is; bij vissersvaartuigen die met een stuurlast ontworpen zijn, wordt de waterlijn waarop deze lengte gemeten wordt, evenwijdig aan de ontwerplastlijn genomen;
2. Onderdeel z komt te luiden:
1°. de natuurlijke persoon die in enige hoedanigheid werkzaamheden verricht aan boord van een schip, niet zijnde een vissersvaartuig; of
2°. een visser;.
3. Onderdeel aa komt te luiden:
een ieder die in enige hoedanigheid aan boord van een vissersvaartuig werkzaam is met uitzondering van loodsen, marinepersoneel, andere personen in dienst van een overheid, aan de wal gestationeerde personen, die aan boord werkzaamheden verrichten, en visserijwaarnemers;.
4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel am door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
het op 14 juni 2007 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende werk in de visserijsector (Trb. 2011, 152);
document als bedoeld in artikel 41 van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector.
B
Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan onderdeel d wordt toegevoegd: en.
2. Onderdeel e vervalt onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel e.
C
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zesde lid komt te luiden:
6. De kapitein zorgt ervoor dat het wachtpersoneel de beginselen van een veilige wacht in acht neemt in overeenstemming met voorschrift VIII/2 van de bijlage bij het STCW-Verdrag dan wel, voor vissersvaartuigen, de voorschriften die voor het wacht houden op vissersvaartuigen zijn gesteld op grond van artikel 64.
2. Het elfde lid komt te vervallen.
D
In artikel 19a, eerste lid, komt de tweede zin te luiden:
Hieronder worden voor functies op schepen, waarop het STCW-Verdrag van toepassing is, in ieder geval begrepen de trainingen, genoemd in de hoofdstukken V en VI van de bijlage bij dat verdrag.
E
Artikel 27, vierde lid, komt te luiden:
4. De opvarenden zijn verplicht de bevelen van de kapitein op te volgen en de toepasselijke maatregelen inzake de veiligheid of de gezondheid in acht te nemen.
F
Artikel 33, tweede lid, komt te luiden:
2. In de monsterrol worden, onverminderd artikel 34, de namen en de functies opgenomen van alle zeevarenden die aan boord werkzaam zijn.
G
Artikel 35, eerste lid, komt te luiden:
1. De zeevarenden, bedoeld in artikel 33, tweede lid, zijn in het bezit van een geldig monsterboekje.
H
Artikel 48 komt te luiden:
1. De scheepsbeheerder draagt zorg voor behoorlijke en veilige accommodatie voor de zeevarenden aan boord van een schip, met inbegrip van voorzieningen en voorraden voor zieke zeevarenden en recreatieve voorzieningen met inachtneming van de daaraan bij ministeriële regeling gestelde eisen. Deze eisen kunnen afhankelijk van het bouwjaar van het schip verschillen.
2. In overeenstemming met norm A 3.1 van het Maritiem Arbeidsverdrag dan wel, voor vissersvaartuigen, onderdeel 3 van Bijlage III van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector kan van bepaalde eisen door Onze Minister ontheffing worden verleend.
I
Artikel 48a, vijfde lid, vervalt.
J
Het opschrift van hoofdstuk 4B komt te luiden:
K
Na artikel 48e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Dit artikel is van toepassing op een vissersvaartuig dat gewoonlijk per reis meer dan drie dagen op zee verblijft en een lengte heeft van 24 meter of meer dan wel normaliter vaart op een afstand van meer dan 200 zeemijl tot de Nederlandse kustlijn.
2. Onze Minister geeft op aanvraag een visserij-arbeidscertificaat af voor een vissersvaartuig als bedoeld in het eerste lid, indien na onderzoek blijkt dat voor dat vissersvaartuig wordt voldaan aan de voorschriften met betrekking tot:
1°. de minimumleeftijd, gesteld bij of krachtens de Arbeidstijdenwet;
2°. het geneeskundig onderzoek, gesteld bij of krachtens hoofdstuk 4, paragraaf 2;
3°. de bemanningssamenstelling, gesteld bij of krachtens hoofdstuk 2, paragrafen 1 en 2, alsmede de rusttijden, gesteld bij of krachtens paragraaf 5.2 en krachtens artikel 5:12, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet;
4°. de monsterrol, gesteld krachtens de artikelen 33 en 34;
5°. de overeenkomst op grond waarvan een visser aan boord werkzaam is, gesteld in de artikelen 69da en artikel 69db, eerste lid;
6°. repatriëring, gesteld in artikel 69db, tweede lid;
7°. betaling aan vissers, gesteld in artikel 69db, tweede lid;
8°. accommodatie, voeding en drinkwater, gesteld bij of krachtens de artikelen 48 en 48a;
9°. voorzieningen voor zieke zeevarenden aan boord, gesteld bij of krachtens de artikelen 48 en 64, en medische zorg, gesteld in artikel 69db, tweede lid;
10°. arbeidsomstandigheden en ongevallenpreventie aan boord, gesteld krachtens artikel 64; en
11°. bescherming tegen beroepsgerelateerde ziekte, ongeval of overlijden, gesteld in artikel 69db, tweede lid.
3. De artikelen 48c, derde en vierde lid, 48d en 48e zijn van overeenkomstige toepassing op het visserij-arbeidscertificaat.
L
Artikel 52 wordt gewijzigd als volgt:
1. Onderdeel d komt te luiden:
d. op een schip als bedoeld in artikel 48e, eerste lid, geen geldig certificaat maritieme arbeid aan boord is dan wel, voor een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 48f, eerste lid, geen geldig visserij-arbeidscertificaat aan boord is;.
2. Onderdeel e komt te luiden:
e. er sprake is van een ernstige of herhaalde schending van het Maritiem Arbeidsverdrag dan wel, in verband met een vissersvaartuig, het Verdrag betreffende werk in de visserijsector; of.
M
Artikel 59a wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het is verboden met een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 48f, eerste lid, te varen indien het vaartuig niet is voorzien van een geldig visserij-arbeidscertificaat.
N
Artikel 60 komt te luiden:
Het is verboden de verplichtingen ingevolge de artikelen 3, tweede en derde lid, 4, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde, zevende, achtste en negende lid, 29, eerste lid, 48, 48a, 48b, eerste lid, 48c, derde lid, onderdeel a, 48e, vierde lid, 48f, derde lid, in samenhang met artikel 48c, derde lid, onderdeel a, en 48e, vierde lid, en ingevolge de artikelen 69a, derde lid, 69c, 69d, 69da, 69db en 69e, eerste lid, niet na te komen.
O
Artikel 64 komt te luiden:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, ter uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties, regels worden gesteld ter waarborging van de veilige en milieuverantwoorde vaart alsmede de gezondheid, de veiligheid en behoorlijke leef- en werkomstandigheden van zeevarenden.
P
Artikel 67, tweede lid, komt te luiden:
2. Er is een openbaar register van certificaten maritieme arbeid en visserij-arbeidscertificaten, dat door Onze Minister wordt gehouden.
Q
Aan artikel 69b wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:
3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op klachten betreffende een vermoedelijke schending van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector met dien verstande dat een klacht kan worden ingediend door een visser, een vereniging van beroepsbeoefenaren of een andere belangenvereniging, een vakbond of, in het algemeen, door eenieder die belang heeft bij de veiligheid van het vaartuig of de gezondheid van vissers aan boord.
R
In artikel 69d, eerste lid, wordt na «en, voor wat betreft de onderdelen 6, 7, 8, 12 en 13» ingevoegd «van laatstgenoemd artikel».
S
Na artikel 69d worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
De scheepsbeheerder van een vissersvaartuig draagt er zorg voor dat:
a. de overeenkomst, op basis waarvan de visser zijn werkzaamheden aan boord verricht, schriftelijk is aangegaan en is ondertekend door partijen;
b. de visser beschikt over een afschrift van die overeenkomst; en
c. de overeenkomst aan boord voor inzage beschikbaar is voor de visser en, op verzoek, voor andere belanghebbenden.
1. De scheepsbeheerder van een vissersvaartuig draagt er zorg voor dat de overeenkomsten, op grond waarvan vissers hun werkzaamheden aan boord verrichten, voldoen aan artikel 742 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek alsmede de bepalingen die ingevolge artikel 740 van genoemd Boek 7 van toepassing zijn dan wel in gevolge de artikelen 747 en 749 van genoemd Boek 7 van overeenkomstige toepassing zijn.
2. De in het eerste lid bedoelde scheepsbeheerder zorgt ten aanzien van zeevarenden, die op grond van een arbeidsovereenkomst arbeid verrichten in de zeevisserij, voor de nakoming van de uit de artikelen 706, 707 709, 718tot en met 720 ,734 tot en met 734l, 736, 741, 743, 746 en 748 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek voortkomende verplichtingen. Artikel 69d, tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
3. De in het eerste lid bedoelde scheepsbeheerder zorgt ten aanzien van de personen, bedoeld in de artikelen 747 en 749 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, voor de nakoming van de uit de artikelen 706, 707,718, 719 leden 1, 2, 5 en 6, 720, 734 tot en met 734l, 743 en 746 van genoemd Boek 7 voortkomende verplichtingen.
In artikel 1, onderdeel o, van de Meetbrievenwet wordt «lengte» vervangen door «lengte (L)».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister voor Rechtsbescherming,
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,