Voorgesteld 3 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een algemeen nut beogende instelling (anbi) geen uiteindelijk belanghebbende kent omdat bestuursleden van een anbi zichzelf niet kunnen begunstigen conform artikel 2:285, lid 3 van de statuten en artikel 2:26, lid 3 BW;
overwegende dat het opnemen van anbi-bestuurders in het UBO-register op eenzelfde wijze als bestuurders van een vennootschap die minder dan 25% van de aandelen bezitten zal leiden tot misverstanden, onjuiste informatie en juridische onzuiverheid, terwijl het UBO-register juist verhoogde transparantie over rechtspersonen beoogt;
verzoekt de regering, om bij de inschrijving van anbi's in het UBO-register een duidelijk onderscheid te maken tussen statutair aangewezen personen van een anbi en bestuurders van een vennootschap die minder dan 25% van de aandelen bezitten;
verzoekt de regering voorts om samen met Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) besturen van anbi's op te roepen om het gehele statutaire bestuur in het UBO-register in te schrijven conform de inschrijving in het Handelsregister,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bruins