Voorgesteld 20 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het huidige artikel 47 van de Penitentiaire beginselenwet staat dat de gedetineerde recht heeft op deelname aan de in de inrichting beschikbare arbeid, maar dat het voorstel van wet dit wil wijzigen in «de gedetineerde kan in de gelegenheid worden gesteld deel te nemen aan de in de inrichting beschikbare arbeid»;
overwegende dat arbeid een van de belangrijkste onderdelen is van het dagprogramma van een gedetineerde en dat arbeid een zinvolle dagbesteding voor gedetineerden is waarbij zij werknemersvaardigheden leren, een dagritme opdoen en structuur aan hun leven kunnen geven;
verzoekt de regering, erop toe te zien dat aan alle gedetineerden arbeid wordt aangeboden en arbeid in beginsel een wezenlijk onderdeel uitmaakt van het dagprogramma,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Van Toorenburg