Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Wet open overheid aan te passen teneinde tot een beter uitvoerbare wet te komen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Indien het bij geleidende brief van 5 juli 2012 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Snels en Van Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid) (33 328) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «(Trb. 2001, 73),» vervangen door «(Trb. 2001, 73) en» en vervalt «en Richtlijn 2003/98/EG van het Europese Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie (PbEU 2003, L 345),».
B
In de artikelen 1.1, 4.1, eerste lid, en 9.52, onderdeel C, onder 3, wordt «Een ieder» telkens vervangen door «Eenieder».
C
Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De definitie van «document» wordt vervangen door:
een door een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, opgemaakt of ontvangen schriftelijk stuk of ander geheel van vastgelegde gegevens dat naar zijn aard verband houdt met de publieke taak van dat orgaan, die persoon of dat college;
2. De definities van «hergebruik» en «register» vervallen.
D
Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:
g. de commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en haar afdelingen, bedoeld in artikel 97 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, en de toetsingscommissie inzet bevoegdheden, bedoeld in artikel 32 van die wet.
2. Het eerste lid, onderdeel h, vervalt.
3. In het tweede lid wordt «eerste lid, onderdelen b tot en met h» vervangen door «eerste lid, onderdelen b tot en met g».
E
In artikel 2.3, eerste lid, onderdeel d, wordt «artikel 1, onderdeel c,» vervangen door «artikel 1, onderdeel d,».
F
Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Onverminderd het bepaalde in de Archiefwet 1995, draagt een bestuursorgaan» vervangen door «Een bestuursorgaan draagt».
2. De punt aan het slot van het derde lid, onderdeel a, wordt vervangen door een puntkomma.
3. Aan het derde lid wordt, onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d, na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. of, indien verstrekking in een machinaal leesbaar open formaat redelijkerwijs niet gevergd kan worden, in andere elektronisch doorzoekbare vorm;
G
Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, maakt bij de uitvoering van zijn taak uit eigen beweging de bij het bestuursorgaan berustende informatie neergelegd in documenten voor eenieder openbaar, indien dit zonder onevenredige inspanning of kosten redelijkerwijs mogelijk is, behoudens voor zover de artikelen 5.1, eerste, tweede en vijfde lid, en 5.2 aan openbaarmaking in de weg staan of met de openbaarmaking geen redelijk belang wordt gediend. Deze informatie betreft in ieder geval informatie over het beleid, inclusief de voorbereiding, uitvoering, naleving, handhaving en evaluatie.
H
Artikel 3.2 vervalt.
I
Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a vervalt «, alsmede ontwerpen van wetten en andere algemeen verbindende voorschriften waarover een extern advies is gevraagd».
b. Onderdeel c komt te luiden:
c. ontwerpen van wetten, andere algemeen verbindende voorschriften en overige besluiten van algemene strekking waarover een extern advies is gevraagd;
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «ingekomen stukken» vervangen door «ter behandeling ingekomen stukken, uitgezonderd stukken die betrekking hebben op individuele gevallen».
3. In het tweede lid, onderdeel e, wordt na «-voorstellen» ingevoegd «, uitgezonderd adviezen en adviesaanvragen die betrekking hebben op individuele gevallen».
4. Het tweede lid, onderdeel g, komt te luiden:
g. jaarplannen en jaarverslagen van bestuursorganen inzake de voorgenomen uitvoering van de taak of de verantwoording van die uitvoering;
5. Het tweede lid, onderdeel h, vervalt, onder verlettering van de onderdelen i tot en met l tot h tot en met k.
6. Het tweede lid, onderdeel i (nieuw), komt te luiden:
i. op verzoek van een bestuursorgaan ambtelijk of extern opgestelde voornamelijk uit feitelijk materiaal bestaande onderzoeken:
1°. naar de wijze van functioneren van de eigen organisatie;
2°. ter voorbereiding of evaluatie van beleid, inclusief uitvoering, naleving en handhaving;
7. Aan het tweede lid, onderdeel j (nieuw), worden de volgende subonderdelen toegevoegd:
8°. die betrekking hebben op persoonsgegevens als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onderdeel c;
9°. ter verlening of vaststelling van subsidie aan natuurlijke personen;
10°. waarbij geen belangen van derden zijn betrokken en die niet de verlening of vaststelling van subsidies betreffen;
8. Het derde lid komt te luiden:
3. Op voordracht van Onze Minister kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat:
a. het bestuursorgaan andere categorieën van informatie uit eigen beweging openbaar maakt overeenkomstig het eerste of tweede lid, en
b. categorieën van beschikkingen kunnen worden aangewezen die in afwijking van het tweede lid, onderdeel j, uit eigen beweging openbaar gemaakt worden.
9. In het vierde lid wordt «De openbaarmaking geschiedt» vervangen door «De openbaarmaking, bedoeld in het eerste en tweede lid, geschiedt».
10. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «wetten en andere algemeen verbindende voorschriften» vervangen door «wetten en andere algemeen verbindende voorschriften en overige besluiten van algemene strekking» en wordt «eerste lid, onderdeel a» vervangen door «eerste lid, onderdeel c».
b. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met e tot c, d, f en g wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. worden in geval van voorstellen van algemene begrotingswetten en de stukken betreffende de verantwoording van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk als bedoeld in artikel 105, eerste, tweede en derde lid, van de Grondwet, de daarbij behorende toelichtende stukken, alsmede in geval van een op het in artikel 65 van de Grondwet bedoelde tijdstip ingediende voorstel van wet voor zover dat voorstel betrekking heeft op het heffen van belasting, de versies waarover een adviesaanvraag wordt gedaan, de op die versies betrekking hebbende adviezen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, en de op die versies betrekking hebbende onderzoeken als bedoeld in het tweede lid, onderdeel i, openbaar gemaakt gelijktijdig met de indiening van het voorstel van wet of de stukken bij de Staten-Generaal;
c. Na onderdeel d (nieuw) wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
e. geschiedt de openbaarmaking van onderzoeken als bedoeld in het tweede lid, onderdeel i, onder 1°, uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het onderzoek;
d. In onderdeel g (nieuw) wordt «onderdeel d» telkens vervangen door «onderdeel f».
11. In het zesde lid wordt «vijfde lid, onderdeel e» vervangen door «vijfde lid, onderdeel g».
12. Na het zevende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Onze Minister kan bij ministeriële regeling nadere regels stellen over de wijze waarop in dit artikel genoemde documenten actief openbaar worden gemaakt.
J
In artikel 3.5 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
K
In artikel 4.1, vierde lid, vervalt de tweede volzin.
L
Na artikel 4.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
M
Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens» vervangen door «de artikelen 9, 10 en 87 van de verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (Pb EU 2016, L 119)».
2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op milieu-informatie die betrekking heeft op emissies in het milieu.
N
Artikel 5.3 komt te luiden:
Bij een verzoek om informatie die ouder is dan vijf jaar motiveert het bestuursorgaan bij een weigering van die informatie waarom de in de artikelen 5.1, tweede en vijfde lid, en 5.2 bedoelde belangen ondanks het tijdsverloop zwaarder wegen dan het algemeen belang van openbaarheid.
O
In artikel 5.5, vierde lid, wordt «een ieder» vervangen door «eenieder».
P
Na artikel 5.7 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Het bestuursorgaan treft maatregelen ten behoeve van het duurzaam toegankelijk maken van de digitale documenten, bedoeld in artikel 2.4, eerste lid.
1. Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zendt een meerjarenplan naar de Staten-Generaal over de wijze waarop bestuursorganen hun digitale overheidsinformatie duurzaam toegankelijk maken.
2. Het plan bevat stappen tot verbetering van de wijze waarop digitale documenten worden vervaardigd, geordend, bewaard, vernietigd en ontsloten.
3. Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, rapporteert de Staten-Generaal periodiek over de stand van de informatiehuishouding in het bestuur, de voortgang van de uitvoering van het meerjarenplan en de toegang tot de publieke informatie.
4. Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vult het meerjarenplan aan met de nodige maatregelen tot de digitale overheidsinformatie voldoende duurzaam toegankelijk is.
1. Er is een Tijdelijk adviescollege informatiehuishouding.
2. Het college bereidt de rapportage, bedoeld in artikel 6.2, derde lid, voor en adviseert over aanpassing van het meerjarenplan.
3. Het college bestaat uit een voorzitter en ten hoogste vier andere leden.
Q
Artikel 9.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A0 wordt «Artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid» vervangen door «Artikel 5.1 van de Wet open overheid».
2. In onderdeel A1 wordt «Artikel 5.1, eerste, tweede en vijfde lid, van de Wet open overheid» vervangen door «Artikel 5.1 van de Wet open overheid».
3. Onderdeel D vervalt.
R
In artikel 8.9, eerste lid, wordt «drie jaar» vervangen door «vijf jaar».
S
Artikel 9.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel A wordt in onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 9.7.4.14, eerste lid, wordt «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «Artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de wet open overheid».
2. Onderdeel C vervalt.
3. Onderdeel D, komt te luiden:
D
In artikel 13.6 vervalt «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur is niet van toepassing.».
4. Onderdeel I, onder 1, komt te luiden:
1. In het eerste lid wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid.
5. Onderdeel J komt te luiden:
J
In artikel 19.6b wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» telkens vervangen door: artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid.
T
Artikel 9.13, onderdeel A, komt te luiden:
A
In artikel 25, eerste en tweede lid, wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» telkens vervangen door: artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid.
U
Aan artikel 9.15 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
D
In artikel 182, zesde lid, wordt «artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: artikel 4.1 van de Wet open overheid.
V
Artikel 9.16 vervalt.
W
Artikel 9.17 komt te luiden:
De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 157, onderdeel D, onder 3, wordt onder verlettering van onderdeel i tot j na onderdeel h een onderdeel ingevoegd, luidende:
i. het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen;.
B
Artikel 158 vervalt.
X
Artikel 9.26 vervalt.
Y
Artikel 9.30 komt te luiden:
Artikel 32 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, aanhef wordt «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «Artikel 5.1 van de wet open overheid».
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 10, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdeel a, en zevende lid, onderdeel b, van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «artikel 5.1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdelen a en h, van de Wet open overheid».
3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 10, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdelen a en c, en zevende lid, onderdeel b, van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «artikel 5.1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdelen a, c en h, van de Wet open overheid».
Z
Artikel 9.37 vervalt.
AA
Artikel 9.46 vervalt.
BB
In artikel 9.50 wordt in de wijziging van artikel 40, derde lid, van de Wet op de parlementaire enquête 2008 onder verlettering van onderdeel i tot j na onderdeel h een onderdeel ingevoegd, luidende:
i. het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen;.
CC
In artikel 9.51 vervalt «indien geen sprake is van milieu-informatie,».
DD
Artikel 9.61 vervalt.
EE
Na artikel 9.62 worden de volgende artikelen ingevoegd:
Indien het bij koninklijke boodschap van 25 juni 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn nr. 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PbEU 2014, L 122) (34 979) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel B, van die wet in werking is getreden, wordt in de bijlage bij artikel 8.8 van de Wet open overheid in het onderdeel betreffende de Wet luchtvaart «7.2» vervangen door «7.1».
De Omgevingswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 16.67, derde lid, vervalt.
B
In artikel 17.9, zesde lid, wordt «artikel 10, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «artikel 5.1, eerste lid, van de Wet open overheid» en wordt «artikel 10, tweede lid,» vervangen door «artikel 5.1, tweede lid,».
In artikel 177, zevende lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt «de artikelen 10 en 11 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «de artikelen 5.1 en 5.2 van de wet open overheid».
Artikel 24 van de Wet basisregistratie ondergrond wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, aanhef wordt «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «Artikel 5.1 van de wet open overheid».
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 10, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdeel a, en zevende lid, onderdeel b, van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «artikel 5.1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdelen a en h, van de Wet open overheid».
3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 10, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdelen a en c, en zevende lid, onderdeel b, van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door «artikel 5.1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdelen a, c en h, van de Wet open overheid».
In artikel 20, zevende lid, van de Wet toezicht financiële verslaggeving wordt «Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: Wet open overheid.
Indien het bij koninklijke boodschap van 26 juni 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2019) (34 977) tot wet is of wordt verheven en de artikelen XI, onderdeel H, XII, onderdeel F, XX, onderdeel D, XXIII, onderdeel B, onderscheidenlijk XXIX, onderdeel C, van die wet in werking zijn getreden, wordt in de artikelen 43b, onderdeel b, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, 42b, onderdeel b, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, 26a, onderdeel b, Wet kinderbijslagvoorziening BES, 14d, onderdeel b, van de Wet ongevallenverzekering BES onderscheidenlijk 8.4a, onderdeel b, van de Wet studiefinanciering BES «Artikel 10 van de Wet openbaar bestuur» telkens vervangen door «Artikel 5.1 van de Wet open overheid».
Na artikel 1.24 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onderzoeksgegevens die met een wetenschappelijk oogmerk tot stand zijn gekomen bij de uitvoering van een onderzoek in het kader van de wetenschappelijke taak van een universiteit en die geen betrekking hebben op de bestuursvoering van die universiteit zijn ter verificatie van het onderzoek beschikbaar voor wetenschapsbeoefenaren of daaraan gelijk te stellen onderzoekers.
Na artikel 3 van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onderzoeksgegevens die met een wetenschappelijk oogmerk tot stand zijn gekomen bij de uitvoering van een onderzoek in het kader van de wetenschappelijke taak van de organisatie en die geen betrekking hebben op de bestuursvoering van de organisatie zijn ter verificatie van het onderzoek beschikbaar voor wetenschapsbeoefenaren of daaraan gelijk te stellen onderzoekers.
FF
Artikel 10.2 komt te luiden:
1. Bij tijdelijke regeling van Onze Minister wordt bepaald welke onderdelen van artikel 3.3, eerste en tweede lid, niet van toepassing zijn op in die regeling aangewezen bestuursorganen voor een in die regeling bepaalde periode.
2. Bij tijdelijke regeling van Onze Minister kan worden bepaald dat:
a. voor in die regeling aangewezen bestuursorganen voor een in die regeling bepaalde periode in afwijking van artikel 3.3, vierde of vijfde lid, bij in die regeling aangewezen onderdelen van artikel 3.3, eerste en tweede lid, een andere periode geldt waarbinnen de openbaarmaking plaats vindt, of
b. voor in die regeling aangewezen bestuursorganen voor een in die regeling bepaalde periode het in die regeling aangewezen type beschikkingen als bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, onderdeel k, de verplichting tot openbaarmaking reeds geldt of nog niet van toepassing is.
GG
Na artikel 10.2 worden de volgende artikelen ingevoegd:
De in artikel 3.3, eerste en tweede lid, opgenomen verplichting tot openbaarmaking geldt niet voor documenten die zijn vastgesteld of ontvangen voordat deze verplichting voor het bestuursorgaan waarbij de documenten berusten, in werking is getreden.
1. Zolang artikel 3.3, tweede lid, onderdeel e, niet in werking is getreden, draagt de Afdeling advisering van de Raad van State zorg voor de openbaarmaking van:
a. adviezen van de Afdeling advisering, door Ons gevraagd;
b. adviezen als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Raad van State;
c. voorlichting in aangelegenheden van wetgeving en bestuur als bedoeld in artikel 21a van de Wet op de Raad van State.
2. Artikel 3.3 vierde lid, is van toepassing, tenzij Onze Minister die het rechtstreeks aangaat heeft verzocht om toepassing van artikel 3.3, vijfde lid, onderdeel a.
HH
Artikel 10.3 komt te luiden:
II
De bijlage bij artikel 8.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
• Advocatenwet: de artikelen 8, 8a, 8b, 11a en 45a
• Gerechtsdeurwaarderswet: artikel 1a
• Wet op het notarisambt: artikel 5
• Wet op het onderwijstoezicht: de artikelen 24b tot en met 24u
• Wet basisregistratie ondergrond: artikel 24
• Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek: artikel 3a
• Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: artikel 1.25
2. Het onderdeel betreffende de Algemene wet bestuursrecht komt te luiden:
• Algemene wet bestuursrecht: de artikelen 3:11, 8:79, voor zover bij het bestuursorgaan berustende documenten zijn opgesteld als processtuk, 9:36, vijfde lid, en 9:36a, voor zover de documenten berusten bij de ombudsman.
3. In het onderdeel betreffende de Archiefwet vervalt «Gemeentewet: de artikelen 23, vierde en vijfde lid, 25, 55, 60, derde lid, 61c, 86 en 185, vijfde lid».
4. In het onderdeel betreffende de Gemeentewet wordt «185, vijfde lid,» vervangen door «185, eerste en vijfde lid,».
5. Het onderdeel betreffende de Kieswet komt te luiden:
• Kieswet: de artikelen I 3, I 17, I 19, M 8, N 12, O 4, O 5, P 23, P 25, S 15, U 16, U 18 en Y 17a
6. Het onderdeel betreffende de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid komt te luiden:
• Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid: artikel 59, vijfde lid, voor zover de documenten bij de Onderzoeksraad berusten, door de Onderzoeksraad aan een ander bestuursorgaan zijn verstrekt, dan wel door een ander bestuursorgaan zijn opgesteld ten behoeve van een door de Onderzoeksraad ingesteld onderzoek
7. In het onderdeel betreffende de Wet basisregistratie adressen en gebouwen wordt «basisregistraties» vervangen door «basisregistratie» en wordt «artikel 32, tweede lid» vervangen door «artikel 32».
8. In het onderdeel betreffende de Wet basisregistratie grootschalige topografie wordt «artikel 22, tweede lid» vervangen door «artikel 22».
9. Het tweede onderdeel betreffende de Wet luchtvaart vervalt.
10. Het onderdeel betreffende de Wet open overheid komt te luiden:
• Wet open overheid: de artikelen 3.3, vijfde lid, onderdelen a en b, 4.2, derde lid en 5.4a
11. Het onderdeel betreffende de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 wordt vervangen door:
• Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017: de artikelen 4, zesde lid, 22, en 35, derde lid, paragraaf 3.4, hoofdstuk 5, en de artikelen 133, 135, 136 en 144
12. In het onderdeel betreffende het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering wordt «tenzij aan de uitspraak gehechte stukken of anderen tot het procesdossier behorende stukken door een bestuursorgaan zijn opgesteld» vervangen door «voor zover bij het bestuursorgaan berustende documenten zijn opgesteld als processtuk».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,