Ontvangen 18 november 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I, onderdeel R, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ra
Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «daarin opgenomen» ingevoegd «tot personen herleidbare».
2. In het tweede lid wordt de eerste zin vervangen door «Het bestuursorgaan verstrekt over persoonlijke beleidsopvattingen met het oog op een goede en democratische bestuursvoering informatie in niet tot personen herleidbare vorm, tenzij het belang van het kunnen voeren van intern beraad hierdoor onevenredig wordt geschaad.».
Dit amendement wijzigt artikel 5.2 van de Wet open overheid over persoonlijke beleidsopvattingen. De bescherming van de persoonlijke beleidsopvattingen die zijn opgenomen in documenten, opgesteld voor intern beraad, is bedoeld om de deelnemers aan het intern beraad te beschermen tegen het bekend worden van hun bijdrage aan dat beraad, om zo te vermijden dat de deelnemers zich in het intern beraad terughoudend opstellen en dat het beraad daarmee niet volledig wordt gevoerd. De bepaling in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), die in de Wet open overheid is overgenomen, is niet bedoeld om persoonlijke beleidsopvattingen af te schermen, maar om deelnemers aan intern beraad te beschermen. De Wob biedt nu al de mogelijkheid om persoonlijke beleidsopvattingen geanonimiseerd openbaar te maken. Van deze bevoegdheid wordt in de praktijk door bestuursorganen echter zeer terughoudend gebruik gemaakt. Daarom is wijziging van de bepaling over persoonlijke beleidsopvattingen noodzakelijk om bestuursorganen te dwingen meer transparantie te betrachten over de verschillende inhoudelijke overwegingen die een rol hebben gespeeld in de bestuurlijke besluitvorming. Dit amendement schrijft openbaarmaking van geanonimiseerde persoonlijke beleidsopvattingen voor, tenzij het belang van het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad. Toepassing van het tweede lid vergt dus een belangenafweging.
Van der Molen