Ontvangen 2 februari 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel D, komt als volgt te luiden:
D
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2a. Het onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt gespreid verzorgd over alle schooljaren en beslaat in een schooljaar gemiddeld ten minste twee uren per schoolweek.
2. In het veertiende lid wordt «artikel 8, zevende lid» vervangen door «artikel 8, negende lid».
II
In artikel III wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 13 wordt na het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:
5a. Het onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en vijfde lid, onderdelen a en b, wordt gespreid verzorgd over alle schooljaren en beslaat in een schooljaar gemiddeld ten minste twee uren per schoolweek.
III
In artikel IX worden na onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 11 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
2a. Het onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt gespreid verzorgd over alle schooljaren en beslaat in een schooljaar gemiddeld ten minste twee uren per schoolweek.
Ab
In artikel 12 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
2a. Het onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt gespreid verzorgd over alle schooljaren en beslaat in een schooljaar gemiddeld ten minste twee uren per schoolweek.
IV
Voor de punt aan het slot van artikel XIV wordt ingevoegd «, met uitzondering van de artikelen I, onderdeel D, III, onderdeel Ba, en IX, onderdelen Aa en Ab, die in werking treden drie jaar na de dag volgend op de datum van uitgifte in het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst».
Met dit amendement willen de indieners regelen dat het geven van minimaal twee uur bewegingsonderwijs als deugdelijkheidseis wordt opgenomen voor het primair onderwijs. De indieners willen hiermee tot een steviger fundament komen voor voldoende en goed bewegingsonderwijs voor alle kinderen.
De indieners van het amendement onderschrijven de inspanning die scholen momenteel al leveren om de twee uur bewegingsonderwijs per week te halen, maar zien dat dit nog niet overal lukt. Om scholen de mogelijkheid te geven om zich aan te passen aan de nieuwe deugdelijkheidseisen, regelt dit amendement dat de minimale norm van twee uur bewegingsonderwijs pas drie jaar na inwerkingstelling van deze wet als deugdelijkheidseis gaat gelden. Hiermee geven de indieners meer ruimte aan scholen om aan de deugdelijkheidseis te voldoen en aan gemeenten om hiervoor de benodigde faciliteiten te regelen.
Om extra ruimte aan scholen te geven, willen de indieners met dit amendement benadrukken dat bewegingsonderwijs wordt gegeven in een gymlokaal, tenzij een andere locatie geschikt is om de kerndoelen c.q. bouwstenen van het bewegingsonderwijs c.q. leergebied bewegen en sport te behalen.
Dit amendement leidt niet tot een aanvullende financiële claim op de Rijksbegroting, aangezien reeds op eerdere momenten aan het gemeentefonds een bedrag van 61 miljoen euro is toegevoegd, bedoeld om extra in te zetten op het versterken van sport- en beweegaanbieders en het ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van het bewegingsonderwijs.
Rudmer Heerema Van Nispen