Vastgesteld 25 februari 2019
De in de Staten van Sint Maarten aanwezige fracties hebben kennis genomen van het voorstel van de Rijkswet.
De bespreking van dit voorstel van de Rijkswet heeft aan onze kant aanleiding gegeven tot het maken van de volgende op- en aanmerkingen:
De National Alliance-fractie heeft met belangstelling kennis genomen van het voorstel van de Rijkswet en gaat er vanuit, dat er een Centrale Vergadering gehouden dient te worden, om zodoende een breed draagvlak te verkrijgen en een diepgaand debat te voeren zodat de gevoelens van de Staten duidelijk naar voren komen. Het lid geeft aan dat er een motie moet komen van de verschillende landen binnen het Koninkrijk, aangezien het advies van de Raad van State niet kan worden opgelegd aan de Tweede Kamer. Het voorstel dat momenteel op tafel ligt, voldoet niet aan de drie criteria, waar de landen het in het Koninkrijk eerder mee eens waren. Aangezien er weinig verzet (motie en amendement) mogelijkheden zijn voor de landen om alsnog hun wens duidelijk te maken in de fase waar het voorstel zich nu bevindt. Aangezien het voorstel ook niet voldoet aan de motie van Van Laar, dat in het eerdere concept duidelijk naar vormen kwam. Vraag het lid of er samen met de andere landen Aruba en Curaçao in gezamenlijkheid een motie opgesteld kan worden. De landen binnen het Koninkrijk moeten als één front met een motie komen waarin alle landen zich in kunnen bevinden, waar hun gevoelens duidelijk naar voren komen. Daarnaast moeten de landen bijzondere gedelegeerden naar de Tweede Kamer sturen tijdens de debat in Juni, 2019 om de wensen van de landen in het Koninkrijk te behartigen.
We hebben een punt in de relatie in het Koninkrijk bereikt, dat we serieuze actie moeten ondernemen. We moeten beslissen waar we willen zijn en wat we willen zijn. We zijn er soms trots op om onszelf te noemen, of het nu een deelstaat of een land is, maar we vertellen de wereld dat Sint Maarten een land is, we zijn niet onafhankelijk maar we zijn een autonoom land binnen het Koninkrijk. Aangezien we sinds 2010 ervaren wat land Sint Maarten echt betekent, heeft het ons alleen maar dichter bij de koloniale meesters gebracht. Het heeft ons alleen maar dichter gebracht bij de greep die Nederland heeft gehad gedurende de koloniale geschiedenis en de relatie die er bestond tussen hen en hun kolonies in het Caribisch gebied. En een beetje om de VN te screenen en om te laten zien dat als onderdeel van het kolonisatieproces de Nederlanders hun koloniën hebben afgeschaft, maar nu hebben ze landen. De fractie is van mening dat we geen vier landen binnen het Koninkrijk kunnen hebben en als het gaat om een geschil tussen de landen, is dat ene land meer land dan de andere landen. Het is alsof je een rechtsstelsel hebt en zolang Peter in een geschil zit en de geschillenregeling erop wijst dat Peter gelijk heeft, dan heeft Peter gelijk. Maar als er wordt gezegd dat Peter niet gelijk heeft, behoudt Peter zich het recht voor om te zeggen dat hij er niet mee eens ben. Dat is een dictatuur. En als we een Nederlandse kolonie zijn, zijn we in het Nederlandse Koninkrijk nog steeds dat er de koloniale meester Nederland is, en de koloniën zijn de 6 eilanden, enigszins geherstructureerd ja, aan het einde van de dag is de positie ingenomen door de Nederlandse regering een koloniale positie en ons laten weten dat dit hun Koninkrijk is en dat we het nemen of laten. Ik ben op het punt waar ik zeg, dan laten we het. Omdat ik niet een van de landen in het Koninkrijk wil zijn waar als er een geschil is en we een onafhankelijk orgaan hebben, en dat orgaan is weer opgebouwd door meer aangestelden en vertegenwoordigers van Nederland. Maar zelfs als professionals Nederland vertellen dat je het bij het verkeerde eind hebt, dan behoudt Nederland het recht om te zeggen dat zij het er niet mee eens ben. En we weten allemaal waar dat zal gaan, zolang de uitspraak is Sint Maarten, Curaçao en Aruba je hebt ongelijk, dan heb je het mis. Maar als uit de uitspraak blijkt dat Nederland ongelijk heeft, de zogenaamde Koninkrijksregering, mogen ze dan overrulen. Uiteindelijk zijn zij de rechter en de jury. De fractie wil daar geen deel van uitmaken en denk niet dat Sint Maarten er deel van zou willen uitmaken. De fractie denk niet dat een van de landen in het Koninkrijk in de 21e eeuw een regeling zou willen hebben dat het zo eenzijdig is en dat men kan doorgaan met regeren, en dicteren over de ander.
We zijn nu al jaren bezig met discussies over een geschillenregeling voor het Koninkrijk, en we hebben ook gesproken in de context van het koninkrijksrelatiesoverleg over de relaties binnen het Koninkrijk in het algemeen en kijken naar een toekomst voor het Koninkrijk. Deze geschillenregeling speelt daarin een grote rol. En hoewel velen in het Koninkrijk, vooral in dit deel van de wereld, het gevoel hebben gehad dat er enige vooruitgang zou worden geboekt
bij het bereiken van overeenstemming tussen de vier parlementen of vertegenwoordigers, dat we deze agenda zouden pushen en een motie zouden krijgen in de Tweede Kamer die steunde de beslissing van de IPKO, we voelden dat het anders had kunnen gaan. Het lijkt erop dat de regeringen van het Koninkrijk en de parlementen van het Koninkrijk van verschillende meningen zijn, gebaseerd op wat is voorgesteld. De 3 componenten die wij als parlementen binnen deze nieuwe wet wouden zien, maken er geen deel van uit. Deze geschillenregeling zal daarom niet voldoen aan de behoeften van alle delen van het Koninkrijk en daarom lijkt het erop dat we een geschil hebben over de geschillenregeling en de inhoud ervan. Aangezien het traject al is begonnen in de Tweede Kamer van Nederland, en de positie die onze Koninkrijkspartners uit Nederland hebben ingenomen een paar weken geleden, is de fractie niet erg hoopvol.
De United Democrats-fractie heeft kennis genomen van het ontwerp. Het lid heeft aangegeven dat het voorstel lijkt op «het trekken aan een dood paard». De aandacht moet meer gericht zijn om steun te verkrijgen binnen de Eerste en Tweede Kamer. Het lid geeft aan dat de landen, via hun regering de Gevolmachtigde Minister in Nederland, hebben verzocht om bij de Koninkrijksministerraad, zo spoedig mogelijk dit ontwerp bij de Tweede Kamer aan te kaarten. Het voorstel is aanhangig gemaakt en er zal nu hierover gestemd dienen te worden, eerst in de Tweede Kamer dan in de Eerste Kamer. Dus er is volgens het lid alleen een optie en dat is bij de Kamerleden in Nederland lobbyen. Want zij gaan hierover stemmen.
De fractie is verder van mening dat als er een solide basis is die we zouden hebben voor de discussie over de geschillenregeling en dat internationaal te nemen, is het feit is dat we verondersteld worden gelijkwaardige partners in het Koninkrijk te zijn, dat er een Koninkrijksregering is en geen geschillenregeling. Volgens de fractie is een van de kwesties die zich volledig leent voor arbitrage voor het doorlichten op internationaal niveau, het feit dat we binnen het Koninkrijk, zoals het nu is, geen geschillenregeling hebben. Geen enkele overeenkomst tussen twee of meer partners moet de mogelijkheid uitsluiten waar u heen gaat, of wat u doet als er een geschil is over die overeenkomst. Het ontbreken van een geschillenregeling geeft Sint Maarten en anderen een sterk platform om te zeggen dat dit een van de problemen is waarmee we worden geconfronteerd.
Een onafhankelijke autoriteit zou degene moeten zijn die vonnissen over een geschil moet uitbrengen. Het moet een bindend advies van die autoriteit zijn en moet betrekking hebben op strikt juridische zaken. Het voorstel van de Koninkrijksregering voor een geschillenregeling zoals ingediend in de Tweede Kamer voldoet niet aan het bovenstaande.
De United Sint Maarten Party-fractie heeft met belangstelling kennis genomen van het voorgestelde wetsontwerp. De discussie was interessant voor de fractie. Dit is iets dat is ingebed in de Koninkrijkswet, en het is niet de vraag of er een geschillenregeling zou moeten zijn. De vraag is hoe het eruit zou moeten zien. Als er één ding is dat duidelijk is, is dat alle partijen het erover eens zijn dat er een geschillenregeling moet zijn. De vraag is welke vorm dit zou moeten aannemen. De fractie vindt het jammer, er was een motie in het parlement van Nederland die duidelijk zegt dat er 3 elementen zijn die hier onderdeel van moeten zijn. Maar het is nu duidelijk dat wat op het punt staat te worden gepresenteerd als de optie voor goedkeuring door de Tweede Kamer, niet voldoet aan die 3 elementen. De fractie vindt het zorgelijk dat ze tijdens de IPKO geen duidelijk standpunt hebben gekregen, vanuit Nederland, over waar ze aan toe zijn. Het is natuurlijk hun voorrecht, maar dat is zorgelijk omdat het zegt dat er een sterke mogelijkheid is dat dit misschien in de Tweede Kamer, zoals het nu uitziet, aangenomen zou worden. Met andere woorden niet op de manier zoals de Koninkrijkspartners hadden afgesproken, niet op de manier die in het beste belang is voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Er is een zeer sterke mogelijkheid. De sentimenten die in Den Haag werden gegeven, was dat we weten dat we ons aan deze 3 kernpunten zouden houden.
Die fractie is het erover eens dat we een standpunt in deze Staten moeten innemen. De fractie ondersteunt ook de noodzaak van lobbyen met de tweede kamerleden op welke manier dan ook. Maar de fractie moedigt de Staten aan om verder te gaan. De fractie is van mening dat we moeten beginnen met het bekijken van plan B’s en een serieuze inventaris moeten maken van de geschillen die Sint Maarten momenteel heeft en een andere manier zoeken om deze geschillen te behandelen en niet moeten wachten tot er een geschillenregeling komt.
Dit verslag geldt als Eindverslag.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Centrale Commissie van de 30ste januari 2019.
De Rapporteur, S.A. Wescot-Williams