Ontvangen 4 juli 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 1, eerste lid, aanhef en onder c, wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» telkens vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
II
In het opschrift van paragraaf 2 wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
III
In artikel 2, eerste en derde lid, wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» telkens vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
IV
In het opschrift van paragraaf 3 wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
V
In artikel 3 wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
VI
In artikel 4 wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
VII
In artikel 5 wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» telkens vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
VIII
In artikel 6 wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» telkens vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
IX
In artikel 7, opschrift en lichaam, wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» telkens vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
X
In artikel 8 wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
XI
Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien de raad van Ministers van het Koninkrijk naar het oordeel van een bij het geschil betrokken land ten onrechte afwijkt van het oordeel van de Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk en de Gevolmachtigde Minister van dit land daartoe binnen een week na de bekendmaking van het besluit van de raad van Ministers verzoekt, wordt de Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk gevraagd om een oordeel of de raad van Ministers in redelijkheid heeft kunnen beslissen dat sprake was van een in artikel 8 genoemde uitzondering en dat de belangen van het in het geschil betrokken land zo min mogelijk geschaad zijn. Artikel 2 is van overeenkomstige toepassing.
XII
In artikel 9, eerste lid, wordt «Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk» vervangen door «Afdeling Koninkrijksgeschillen van de Raad van State van het Koninkrijk».
XIII
Na artikel 9 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
De Wet op de Raad van State wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 14, eerste lid, wordt «Afdeling advisering of de Afdeling bestuursrechtspraak» vervangen door «Afdeling advisering, de Afdeling bestuursrechtspraak of de Afdeling Koninkrijksgeschillen».
B
Na Hoofdstuk III wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
1. De Raad kent een Afdeling Koninkrijksgeschillen.
2. De Afdeling Koninkrijksgeschillen bestaat uit:
a. de leden van de Afdeling advisering;
b. de ingevolge artikel 13, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk bij koninklijk besluit benoemde leden van de Raad van State van het Koninkrijk; en
c. drie staatsraden in buitengewone dienst, benoemd op voorstel van de regering van onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
3. In afwijking van artikel 10, derde lid, zijn de artikelen 2, derde tot en met vijfde lid, en 8, derde lid, derde tot en met vijfde volzin, niet van overeenkomstige toepassing op de staatsraden in buitengewone dienst, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.
4. De vicepresident is voorzitter van de Afdeling Koninkrijksgeschillen. De artikelen 7 en 27c zijn van overeenkomstige toepassing.
C
In artikel 58, eerste lid, wordt «of een kamer van die Afdeling bestuursrechtspraak» vervangen door «, een kamer van die Afdeling bestuursrechtspraak of de Afdeling Koninkrijksgeschillen».
Dit amendement regelt met de onderdelen I tot en met X dat er een Afdeling Koninkrijksgeschillen binnen de Raad van State in het leven wordt geroepen ten behoeve van het behandelen van geschillen als bedoeld in artikel 1 van de Rijkswet Koninkrijksgeschillen.
De onderdelen XI en XII regelen daarnaast dat deze Afdeling om een oordeel verzocht kan worden over de redelijkheid van een afwijking door de Rijksministerraad van een eerder door de Afdeling Koninkrijksgeschillen gegeven oordeel.
Met onderdeel XIII wordt tot slot de Wet op de Raad van State gewijzigd teneinde regels te introduceren voor de nieuwe Afdeling Koninkrijksgeschillen.
Thijsen Van Dam