Ontvangen 24 januari 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Aan artikel X, eerste lid, worden twee zinnen toegevoegd, luidende: De eerste volzin is slechts van toepassing indien op grond van het bepaalde bij of krachtens een andere wet geen voorzieningen als bedoeld in de eerste volzin kunnen worden getroffen of indien terstond intredende onaanvaardbare gevolgen het treffen van voorzieningen als bedoeld in het eerste lid noodzakelijk maken. Het gebruik van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, wordt nadrukkelijk gemotiveerd.
Dit amendement brengt expliciet tot uitdrukking dat in het geval een andere dan deze wet niet voorziet in het treffen van een (nood)voorziening, dat dan pas naar de voorziening van artikel X kan worden gegrepen.
Dit om te voorkomen dat in een specifieke wet wel wordt voorzien in een regeling, maar dat deze regeling bijvoorbeeld procedureel meer behelst dan de mogelijkheid die artikel X biedt en het daardoor aantrekkelijker kan zijn om gebruik te maken van de grondslag in artikel X. Het is niet de doelstelling van deze wet dat bijzondere waarborgen, vanuit bijvoorbeeld het oogpunt van zorgvuldigheid, die in andere wetten kunnen zijn opgenomen, worden omzeild. Wel kan gebruik worden gemaakt van deze grondslag wanneer terstond intredende onaanvaardbare gevolgen dit noodzakelijk maken. Alleen in dat geval is het gerechtvaardigd af te wijken van de gebruikelijke waarborgen in de andere wetten. De indieners menen voorts dat de inzet van de bevoegdheden van artikel X dermate uitzonderlijk zijn, dat bij het gebruik van deze bevoegdheid altijd een nadrukkelijke motivering is aangewezen. Hierin dient te allen tijde te worden opgenomen wanneer de regering het eerst van het probleem op de hoogte was, wat er eerder aan gedaan is om het te verhelpen en hoe hard deze noodregeling nodig is.
Van der Graaf Omtzigt