Voorgesteld 16 mei 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het Wetboek van Strafrecht de term «homo- of heteroseksuele gerichtheid» een aantal keer voorkomt;
overwegende dat het strafrecht niet alleen bescherming biedt aan homoseksuelen maar ook aan biseksuelen, panseksuelen en aseksuelen;
van mening dat in het Wetboek van Strafrecht beter de internationaal gebruikelijke term «seksuele gerichtheid» gebruikt zou kunnen worden, ook om de kenbaarheid en voorzienbaarheid van het wetboek te vergroten;
verzoekt de regering, de term «hetero- of homoseksuele gerichtheid» in het Wetboek van Strafrecht te vervangen door «seksuele gerichtheid»,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Jasper van Dijk