Ontvangen 15 juni 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
II
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
III
Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 995 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De mondelinge behandeling in zaken tot ontbinding van een rechtspersoon op grond van artikel 20 van Boek 2 vangt niet later aan dan in de vierde week volgende op die waarin het verzoekschrift is ingediend.
B
Artikel 996 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid, onder a, wordt hoger beroep in zaken tot ontbinding van een rechtspersoon op grond van artikel 20 van Boek 2 ingesteld binnen vier weken, te rekenen van de dag van de uitspraak van de eindbeschikking.
Dit amendement regelt dat de doorlooptijden in de civiele procedure voor het ontbinden van rechtspersonen (Boek 2 BW) en buitenlandse corporaties (Boek 10 BW) worden verkort. Daartoe regelt dit amendement dat de rechtbank binnen vier weken moet starten met de behandeling van een zaak tot ontbinding van een rechtspersoon of corporatie. Ook regelt dit amendement dat de termijn voor het indienen van hoger beroep wordt ingekort tot vier weken. Zodoende komt er meer snelheid in het civielrechtelijk ontbindingsproces. Het duurt in de huidige civiele procedure lang voordat een rechtspersoon of corporatie verboden is. Tot aan een uitspraak van de Hoge Raad kan een procedure wel jaren duren. Het is in het belang van de openbare orde dat een civielrechtelijke ontbinding snel geschiedt. Dit amendement streeft dat doel na. Dat is mede van belang omdat voortzetting van de werkzaamheid van een civielrechtelijk verboden rechtspersoon of corporatie pas strafbaar is als dat verbod onherroepelijk is geworden.
Groothuizen Buitenweg Van Nispen