Ontvangen 1 april 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 135a als volgt gewijzigd:
1. In lid 2 wordt na «Het bezoldigingsbeleid wordt» ingevoegd «bij iedere wijziging en».
2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2a. In afwijking van artikel 135 lid 4 behoeft de vaststelling van de bezoldiging van bestuurders, inhoudende een verhoging van de vaste bezoldiging met meer dan de gemiddelde jaarlijkse verandering in de gemiddelde bezoldiging over de voorgaande vijf boekjaren van de werknemers van de vennootschap en haar groepsmaatschappijen die geen bestuurder zijn gedurende deze periode, uitgaande van een volledige werkweek, de goedkeuring van de algemene vergadering.
Tegenwoordig moet de gemiddelde werknemer 171 jaar werken om het jaarsalaris van een ceo bijeen te sprokkelen. De indiener is ervan overtuigd dat het voor de samenleving beter is deze kloof te verkleinen in plaats van te vergroten. Dit amendement zorgt voor meer grip op bestuurdersbeloningen door te verduidelijken dat iedere wijziging van het bezoldigingsbeleid ter stemming aan de algemene vergadering moet worden voorgelegd. Dit amendement zorgt er daarnaast voor dat aandeelhouders expliciet toestemming moeten geven wanneer de voorgestelde salarisstijging van bestuurders van beursvennootschappen groter is dan de stijging van het salaris van de gemiddelde werknemer binnen de vennootschap en haar groepsmaatschappijen. Het toevoegen van groepsmaatschappijen is nodig zodat het totale, wereldwijde werknemersbestand in de berekening meegenomen kan worden, omdat anders wordt gerekend met aantal werknemers in dienst van de holding. Dit amendement zorgt er dus voor dat controversiële voorstellen voor salarisverhogingen geen doorgang meer kunnen vinden zonder expliciete instemming van de aandeelhouders.
Snels