Ontvangen 26 maart 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, wordt aan artikel 135a, tweede lid, een zin toegevoegd, luidende:
Voor een besluit tot vaststelling van het bezoldigingsbeleid is een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen vereist.
Tegenwoordig moet de gemiddelde werknemer 171 jaar werken om het jaarsalaris van een ceo bijeen te sprokkelen. De indiener is ervan overtuigd dat het voor de samenleving beter is deze kloof te verkleinen in plaats van te vergroten. Dit amendement zorgt voor meer grip op bestuurdersbeloningen door het stemvereiste te verhogen voor de algemene vergadering om het bezoldigingsbeleid vast te stellen. Uit het voorgestelde artikel 2:135a BW volgt reeds dat het bezoldigingsbeleid bij beursvennootschappen ten minste iedere vier jaar door de algemene vergadering moet worden vastgesteld. Dit besluit moet worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Dit amendement regelt dat het stemvereiste voor de algemene vergadering van beursvennootschappen om het bezoldigingsbeleid vast te stellen, wordt verhoogd van een gewone meerderheid naar een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen. Door het amendement kan het draagvlak van een nieuw bezoldigingsbeleid onder aandeelhouders worden vergroot en kunnen controversiële voorstellen voor een nieuw bezoldigingsbeleid gemakkelijker door de algemene vergadering worden verworpen, bijvoorbeeld door een blokkerende minderheid van 26% van de aandeelhouders. Hierdoor wordt het voor duurzame en verantwoorde beleggers gemakkelijker om een controversieel beloningsvoorstel tegen te houden.
Snels