Vastgesteld 8 november 2018
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van wet dat regelt dat elke voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Rege-ringsbeleid (W.R.R.), ook diegene die tussentijds wordt benoemd, voor een uiterste termijn van ten hoogste elf jaar kan worden benoemd.
Deze leden begrijpen de reden achter deze wetswijziging maar vragen waar-om niet bij elke benoeming van een nieuwe voorzitter van de W.R.R. er opnieuw gestart wordt met het tellen van de jaren van de termijn?
De aan het woord zijnde leden hebben op dit moment geen verdere vragen.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx