Voorgesteld 12 september 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Belastingdienst op oneigenlijke gronden de kinderopvangtoeslag van ouders stop heeft gezet en teruggevorderd in de CAF-11-zaak en niet is uit te sluiten dat dit bij veel meer ouders op oneigenlijke gronden is gebeurd;
constaterende dat de Belastingdienst bij ouders met een vermeende kinderopvangtoeslagschuld het toegekende kindgebonden budget verrekent met die schuld;
van mening dat ouders niet voor niets kindgebonden budget krijgen, namelijk een noodzakelijk geachte tegemoetkoming in de kosten, en dat zij in financiële nood komen als het kindgebonden budget wordt verrekend;
verzoekt de regering, het toegekende kindgebonden budget niet te verrekenen met al dan niet terechte toeslagschulden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Leijten
Kwint