Voorgesteld 5 december 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat studenten met hogere rentekosten op de studielening te maken krijgen;
overwegende dat dit een onwenselijke en onredelijke maatregel is die de lasten bij studenten neerlegt;
overwegende dat deze maatregel een geschatte structurele opbrengst kent van 226 miljoen euro voor de algemene middelen;
verzoekt de regering, deze middelen beschikbaar te stellen voor studenten en de kwaliteit van het hoger onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Gijs van Dijk
Van den Hul
Westerveld
Azarkan
Beertema