Ontvangen 1 maart 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 1.1, onderdeel BF, komt te luiden:
BF
Artikel 4.19 komt te luiden:
1. In het omgevingsplan worden regels opgenomen over het uiterlijk van bouwwerken. Als de toepassing van die regels uitleg behoeft, stelt de gemeenteraad voor de beoordeling of een bouwwerk aan die regels voldoet beleidsregels vast, die zo veel mogelijk zijn toegesneden op de te onderscheiden bouwwerken.
2. Een bestaand bouwwerk of een nieuw te bouwen bouwwerk waarvoor geen omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit is vereist, mag niet in ernstige mate in strijd zijn met de regels over het uiterlijk van bouwwerken, bedoeld in het eerste lid.
Met de Omgevingswet verdwijnt het verbod op bouwwerken die in ernstige mate strijdig zijn met redelijke eisen van welstand zoals dit is opgenomen in artikel 12 van de Woningwet. De noodzaak voor gemeenten om in te kunnen grijpen als bijvoorbeeld de eigenaar van een gebouw of perceel dit object ernstig verwaarloost blijft echter bestaan. Dit amendement regelt ten eerste dat de gemeente regels moeten vaststellen over het uiterlijk van bouwwerken. Daarnaast regelt dit amendement dat het huidige zogenaamde verbod op verloedering, zoals vastgelegd in het huidige artikel 12 van de Woningwet, onverkort wordt overgenomen. Daarmee geldt dit voor zowel bestaande en tijdelijke of seizoensgebonden bouwwerken als voor vergunningvrije bouwwerken.
Van Gerven