Voorgesteld 5 februari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat DigiD, eNIK en eRijbewijs bedoeld zijn als publieke identificatiemiddelen voor burgers om digitaal in contact te komen met overheidsorganisaties dan wel andere organisaties die het recht hebben om het BSN te gebruiken;
overwegende dat contacten tussen burgers, overheidsinstellingen en andere organisaties steeds minder fysiek en steeds meer digitaal plaatsvinden;
overwegende dat in de fysieke wereld een paspoort in specifieke situaties ook in de private sector wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij het openen van een bankrekening;
overwegende dat met het verhogen van het veiligheidsniveau van het inloggen in het BSN-domein 1 miljard euro is gemoeid;
verzoekt de regering, te onderzoeken of en, zo ja, hoe de publieke identificatiemiddelen in additionele, specifieke situaties buiten de overheid en nu aangewezen sectoren gebruikt zouden kunnen worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Middendorp