Kamerstuk 34910-13

Reactie op het artikel in de Trouw van 6 juni 2018 ‘Er blijft een achterdeur voor witwassers bestaan' en het artikel in De Groene Amsterdammer van 6 juni 2018 'Witwassen in een flexkantoor'

Dossier: Regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018)


Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2018

De vaste commissie voor Financiën heeft op 11 juni jl. verzocht om een reactie op twee artikelen die raken aan het wetsvoorstel toezicht trustkantoren 2018 dat momenteel aanhangig is in uw Kamer (Kamerstuk 34 910). Het gaat om het artikel in de Trouw van 6 juni jl. «Er blijft een achterdeur voor witwassers bestaan» en het artikel in De Groene Amsterdammer van 6 juni jl. «Witwassen in een flexkantoor». Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek.

Integriteit financieel stelsel

Nederland kent een gunstig vestigingsklimaat voor houdster- en financieringsmaatschappijen. De oorsprong daarvan ligt onder meer in een uitgebreid netwerk van belastingverdragen met het oogmerk om dubbele belasting te voorkomen, een kwalitatief onderscheidend civielrechtelijk stelsel en hoogopgeleide en internationaal georiënteerde werknemers. Dit zorgt ervoor dat internationaal opererende ondernemingen graag een deel van hun vennootschappelijke inrichting in Nederland onderbrengen.

Ondernemingen kunnen ervoor kiezen om het beheer van Nederlandse doelvennootschappen door een trustkantoor te laten uitvoeren. Trustkantoren bieden diensten aan die internationaal opererende ondernemingen in beginsel ook zelf zouden kunnen verrichten, maar waarvan zij het economisch of anderszins meer rendabel vinden om dit uit te besteden. Het gaat bijvoorbeeld om het verlenen van domicilie in combinatie met het doen van belastingaangifte, het besturen van een rechtspersoon of het verkopen van een rechtspersoon.

Wetsvoorstel toezicht trustkantoren 2018

Sinds 2004 gelden er bijzondere regels voor het verrichten van trustdiensten. Aan het verrichten van trustdiensten zijn inherent hoge integriteitrisico’s verbonden, omdat trustkantoren met hun dienstverlening betrokken zijn bij complexe, fiscaal gedreven structuren die vatbaar kunnen zijn voor misbruik. De vergunningplicht in de Wet toezicht trustkantoren en de daarin gedefinieerde diensten zijn gebaseerd op de internationaal geaccepteerde aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF). Mede op basis van signalen van toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) en de uitkomsten van de parlementaire ondervragingscommissie fiscale constructies, is geconcludeerd dat verdere regulering van de trustdienstverlening noodzakelijk is om de vereiste professionaliteit van trustkantoren te bewerkstelligen. Het wetsvoorstel toezicht trustkantoren 2018 bevat maatregelen om de integriteit en professionaliteit van trustkantoren te versterken, bijvoorbeeld door eisen te stellen aan de rechtsvorm van trustkantoren en een aanscherping van de regels voor een integere bedrijfsvoering. Daarnaast wordt het verplichte cliëntenonderzoek verstevigd en vindt er een uitbreiding plaats van het toezicht- en handhavingsinstrumentarium van DNB.

Net als in de huidige wet kent het voorliggende voorstel voor de Wet toezicht trustkantoren 2018 vijf activiteiten die als trustdiensten kwalificeren. Het betreft (1) het in opdracht optreden als bestuurder van een rechtspersoon of vennoot van een vennootschap, (2) het verlenen van domicilie voor een rechtspersoon of vennootschap in combinatie met het verrichten van bepaalde aanvullende werkzaamheden, (3) het gebruik maken van een doorstroomvennootschap, (4) het verkopen van rechtspersonen en (5) het in opdracht optreden als trustee van een trust of vergelijkbare juridische entiteit. Als een van bovenstaande diensten beroeps- of bedrijfsmatig wordt verricht, is sprake van een trustkantoor en gelden de eisen in het wetsvoorstel.

Krantenartikelen

In de artikelen in Trouw en De Groene Amsterdammer is aandacht voor situaties die buiten het bereik van de vergunningplicht vallen. In de eerste plaats wordt beschreven hoe tussenpersonen een trustdienst «geknipt» aanbieden. Van «knippen» is sprake wanneer een tussenpersoon ervoor zorgt dat de onderdelen van de hierboven onder (2) genoemde dienst door verschillende aanbieders worden geleverd. Op deze manier ontloopt de tussenpersoon de vergunningplicht omdat het verzorgen van een post- of bezoekadres alleen als trustdienst wordt aangemerkt wanneer deze in combinatie met een bepaalde aanvullende dienst wordt verleend. Het op deze manier ontlopen van de vergunningplicht door de tussenpersoon is ongewenst omdat er materieel sprake kan zijn van trustdienstverlening. Ik ontving hierover reeds signalen van DNB en de sector. Daarom heb ik op 4 juni jl. met de nota naar aanleiding van het verslag tegelijkertijd een nota van wijziging ingediend waarmee het op deze manier organiseren van het opknippen van die trustdienst wordt verboden.1

In de artikelen staat ook beschreven hoe ondernemingen ervoor kiezen om diensten niet bij een trustkantoor af te nemen. In dat geval vestigt een particulier of een onderneming zich in Nederland en laat een derde partij een van de onder (2) genoemde aanvullende werkzaamheden verrichten, zoals het doen van belastingaangifte. Ook wordt beschreven dat een van de vijf genoemde activiteiten, zoals het optreden als bestuurder van een rechtspersoon, niet beroeps- of bedrijfsmatig wordt aangeboden. In beide gevallen kwalificeert de betrokkene niet als trustkantoor en is geen vergunning benodigd.

De reden dat de aanvullende diensten als juridisch advies, het doen van belastingaangifte of het opmaken van de jaarrekening, niet zelfstandig als trustdiensten kwalificeren is dat dit activiteiten zijn waar in beginsel geen verhoogd integriteitrisico aan verbonden is. Zij zijn derhalve op zichzelf onmogelijk als trustdiensten te kwalificeren. De reden dat de wet zich alleen uitstrekt tot personen die beroeps- of bedrijfsmatig trustdiensten verrichten is gelegen in het feit dat het zijn van bestuurder van een eigen onderneming, het verkopen van een rechtspersoon of het optreden als trustee, in beginsel reguliere handelingen in het rechtsverkeer betreffen. Het onder de wet brengen van het in individuele gevallen verrichten van deze diensten zou verstrekkende gevolgen hebben die niet in verhouding staan tot het reguliere karakter van deze activiteiten. Het zou immers betekenen dat deze activiteiten niet meer op individuele basis en zonder vergunning verricht kunnen worden.

Bovenstaande laat onverlet dat constructies waarin geen sprake is van vergunningplichtige trustdienstverlening, vragen kunnen oproepen of tot vermoedens van misstanden kunnen leiden. Op grond van het Wetboek van Strafrecht zijn onder andere het (mede)plegen en medeplichtigheid van valsheid in geschrifte, het financieren van terrorisme en witwassen strafbaar gesteld. Dit geldt ongeacht of partijen deze activiteiten zelf verrichten of deze uitbesteden aan anderen. Voorts is bij het signaleren van transacties die verband kunnen houden met witwassen of terrorismefinanciering een belangrijke rol weggelegd voor de instellingen die onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vallen. Veel ondernemingen die in Nederland actief zijn, maken gebruik van deze instellingen. Voor het oprichten van een rechtspersoon of het wijzigen van statuten is een notaris vereist, bij het houden van een bankrekening en het verrichten van incidentele transacties is een bank betrokken, voor advies over en het doen van belastingaangifte kan een belastingadviseur worden ingeschakeld en voor juridisch advies een advocaat. Al deze instellingen moeten op grond van de Wwft onderzoek verrichten naar hun cliënten en de achtergrond en het doel van een beoogde zakelijke relatie of transactie. Verscherpt cliëntenonderzoek is onder andere nodig wanneer de cliënt zich bedient van een complexe structuur of als er sprake is van specifieke geografische factoren. Meldingen van ongebruikelijke transacties van deze instellingen worden door FIU-Nederland geanalyseerd en aan diverse opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten ter beschikking gesteld wanneer de transactie verdacht is verklaard. Deze kunnen vervolgens worden betrokken bij een opsporingsonderzoek of een bijdrage leveren aan de start ervan.

Ongebruikelijke of opvallende constructies kunnen ook de aandacht trekken van de Belastingdienst, op basis van het eigen toezicht of naar aanleiding van signalen van bijvoorbeeld DNB. Het kabinet verstevigt de aanpak van belastingontduiking en belastingontwijking door internationale (bedrijfs)structuren. De Staatssecretaris van Financiën heeft in zijn brief van 23 februari jl. naast maatregelen die de belastinggrondslag van zowel Nederland als die van andere landen beschermen, ook verschillende maatregelen aangekondigd die de transparantie en de integriteit van de financiële sector bevorderen.2 Het gaat daarbij onder andere om transparantie tussen de belastingplichtige en de Nederlandse belastingdienst, tussen belastingautoriteiten en in de Europese Unie over de belastingafdracht van grote internationaal opererende bedrijven.

Tot slot

Een professionele en integere trustsector is noodzakelijk voor de integriteit van het financiële stelsel. Ik vind het van groot belang dat de professionaliteit en integriteit van vergunninghoudende trustkantoren van hoog niveau is en de integriteitrisico’s adequaat worden beheerst.

Partijen die een vergunning hebben of daarvoor in aanmerking willen komen moeten daarom aan hoge standaarden voldoen. Ik heb er vertrouwen in dat dit doel wordt bereikt met het bij uw Kamer aanhangige wetsvoorstel toezicht trustkantoren 2018.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra